WO - Elektriciteit

elektriciteit
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieLager onderwijs

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

elektriciteit

Slide 1 - Diapositive

Wat weet jij al over elektriciteit?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Vidéo

Alessandro Volta
1745-1827

uitvinder van de batterij

Slide 4 - Diapositive

Michael Faraday
1791-1867
Uitvinder van de dynamo

Slide 5 - Diapositive

Thomas Edison
1847-1931
Uitvinder van de gloeilamp

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Elektriciteit wordt opgewekt

Slide 8 - Diapositive

correctie

Slide 9 - Diapositive

De elektrische stroom
Heb je je al eens afgevraagd waarom we het woord 'stroom' gebruiken als we spreken over elektriciteit? 

Je kunt de elektrische stroom vergelijken met een waterloop. Zoals in een waterstraal waterdruppels voortbewegen, bewegen in een elektrische stroom kleine onzichtbare deeltjes die we elektronen noemen.

Slide 10 - Diapositive

De elektrische stroom
 
Deze stroming gebeurt alleen als een stroomkring gesloten is . 

Een stroomkring bestaat meestal uit een stroombron, geleiders, een verbruiker en een schakelaar.

Slide 11 - Diapositive

Wat levert de energie voor de lampjes van fietsverlichting?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Lien

Elektriciteitsfabriekje op je fiets
Jouw trapkracht wordt omgezet in elektriciteit. Hoe gaat dat in z'n werk?
Een draaiend fietswiel zet het aandrijfwieltje in beweging.
Een as brengt de draaibeweging over op een magneet.
Door de draaiende magneet ontstaat er elektriciteit in de spoel.
Hoe krachtiger je trapt, hoe sneller de magneet draait, hoe meer stroom!
Daarom is je fietsdynamo een elektriciteitsfabriekje. Nu ben je beter zichtbaar in het donker.

Slide 15 - Diapositive

Elektriciteit die niet stroomt
Er bestaat elektriciteit die niet door draden loopt en die geen apparaten doet werken.Ze wordt opgewekt door wrijving. Dit komt doordat er elektronen, elektrische deeltjes, op bijv. een ballon worden overgebracht.
Hierdoor wordt de ballon negatief geladen. Dit heet in de natuurkunde statische lading. 


Slide 16 - Diapositive

Elektriciteit die niet stroomt
Waterdruppels in een wolk wrijven door de wind tegen elkaar. De waterdruppels worden geladen. Er ontstaat statische elektriciteit. De ladingen willen weg uit de wolk. Ze springen over naar een andere wolk, de aarde, een hoog gebouw,... Als dat gebeurt, flitst de bliksem.

Slide 17 - Diapositive

Elektriciteit die niet stroomt

Wellicht hoorde je bij het uittrekken van je trui al wel eens geknetter. Dit is bliksem in het klein. Je merkt dit ook als je in de winter uit een auto stapt en de deur aanraakt.

Slide 18 - Diapositive

Elektriciteit wordt vervoerd

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Een grote elektriciteitsfabriek
Een elektriciteitscentrale werkt als een enorme fietsdynamo. De draaiende beweging wordt door stoomkracht, waterkracht of windkracht veroorzaakt.

Een enorme magneet draait in een reusachtige spoel en doet zo elektriciteit ontstaan. Deze machine wordt een generator genoemd en kan een grote hoeveelheid elektriciteit produceren.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Elektriciteit wordt vervoerd
In elke kamer zijn er stopcontacten en schakelaars. 
Een elektrische aansluiting kun je overal vinden.

Hoe komt de elektrische stroom daar terecht?

Slide 23 - Diapositive

De weg van de centrale naar het toestel
De elektriciteitscentrale produceert elektrische energie. Deze wordt omgezet in elektrische stroom van hoog voltage, 150000 volt.
Dikke kabels of stroomdraden vervoeren deze stroom doorheen ons land. Dit kan ondergronds, maar op verschillende plaatsen zien we hoogspanningsmasten.
 Deze elektrische energie kun je niet gebruiken in huis, ze is veel te sterk en gevaarlijk.
Dit noemen we hoogspanning. 
In steden en dorpen wordt de elektriciteit omgezet door transformatoren in laagspanning. Daarna wordt in het transformatorhuisje de elektriciteit omgezet naar 230 volt.
Via het elektriciteitsnet komt deze laagspanning (230 volt) in huis.
Als je een elektrisch apparaat inschakelt, verbruik je elektriciteit.
Dit zie je aan de elektriciteitsmeter in de meterkast.

Slide 24 - Diapositive

Zet in de juiste volgorde

Slide 25 - Question de remorquage

Vanuit de elektriciteitsproductie vertrekken                                       . 

In steden en dorpen wordt de elektriciteit omgezet door 
                                       naar een lagere spanning.

Daarna wordt de elektriciteit in                                        omgezet naar 230 volt, klaar voor gebruik in jouw stopcontact.               
Even kijken of je al goed hebt opgelet! Sleep de woorden naar de juiste plek.
hoogspanningskabels
transformatorhuisjes
transformatoren

Slide 26 - Question de remorquage

Waardoor wordt de elektriciteit in steden en dorpen omgezet naar een lagere spanning?
A
hoogspanningskabels
B
transformatoren

Slide 27 - Quiz

Wie was de uitvinder van de dynamo?
A
Edison
B
Volta
C
Faraday

Slide 28 - Quiz

Wat zijn elektronen?
A
Elektrische deeltjes
B
Elektrische draden

Slide 29 - Quiz

Wie heeft de gloeilamp uitgevonden?
A
Edison
B
Volta
C
Faraday

Slide 30 - Quiz

Dit onthoud ik na vandaag!

Slide 31 - Carte mentale

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage

Slide 33 - Lien

Slide 34 - Lien

Proefjes met ballonnen
-Aantrekkelijk blikje
- Peper en zout scheiden
-Aantrekkelijke ballon
-Plakkerige ballon
-Tegen de lamp
-Bliksemballon

Slide 35 - Diapositive

De gloeilamp: een verbruiker nauwkeurig bekeken

Slide 36 - Diapositive