1. SBARR

SBARR
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

SBARR

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
1> De student heeft kennis gemaakt met SBARR  
                                                                                                                                                   
2> De student weet waar de letters SBARR voor staan      

3> De student kan benoemen waarom deze methode van belang is.
        
               


Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen deze les?
  • Terugblik vorige les
  • Wat is SBARR? 
  • Waarom de SBARR?
  • Voordelen en nadelen SBARR
  • Oefenen aan de hand van casus 
  • Leerdoelen behaald?
  • Vragen  
  • Evaluatie

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 4 - Diapositive

waar ging de les zorg van vorige week ook alweer over ?

Slide 5 - Question ouverte

  • kritisch nadenken over de situatie van de zorgvrager
  • op basis hiervan de juiste beslissing nemen
  • met als doel: het voorkomen van actuele of potentiële problemen
Vorige les
 klinisch redeneren

Slide 6 - Diapositive

klinisch redeneren gaat in 6 stappen...
  • de vaststelling van de ene stap, is de start voor de volgende stap
  • elke stap heeft een hulpmiddel (redeneervaardigheid) om de stap  goed te doorlopen

de zes stappen

Slide 7 - Diapositive

Komende les 

Slide 8 - Diapositive

Ken je SBARR?

Slide 9 - Carte mentale

Wat is SBARR?
  • Situation (situatie): Je vertelt kort het probleem. Hoe is de  situatie.
  • Background (achtergrond): eventuele medicatie, allergieën,   voorgeschiedenis van de cliënt.
  • Assessment (beoordeling): Wat is jouw beoordeling van de situatie? Wat   denk je zelf wat er aan de hand is?
  • Recommendation (aanbeveling): Wat is jouw aanbeveling, wat wil je dat   er gebeurt?
  • Repeat (herhaal): Je herhaalt het antwoord van de arts om fouten te voorkomen.

Slide 10 - Diapositive

video
Jullie zien straks een video, let goed op want na de video stel ik een aantal vragen over de video

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Waar staan de letters in SBARR voor?

Slide 13 - Question ouverte

S=Situation (situatie)
Hoe is de situatie waarover je belt?

Wat is jouw relatie tot de patiënt?
Vertel kort iets over het probleem. 

  • Bijvoorbeeld: 'Ik ben de Moniek, verpleegkundige van Mv. Jansen op de   afdeling Gynaecologie.  Ik maak mij zorgen om het bloedverlies van Mv.



Slide 14 - Diapositive

B=Background (achtergrond)
De opnamediagnose, lijst van medicatie, allergieën, laboratoriumuitslagen, vitale functies, eventuele voorgeschiedenis.

 

  • Bijvoorbeeld: 'Mv. Jansen is net spontaan bevallen en heeft nu veel         bloedverlies uit haar baarmoeder.  Haar bloedduk is 90/40, pols 100,   ademhaling 25 en temperatuur 37.5. Mv heeft een blanco   voorgeschiedenis

Slide 15 - Diapositive

A=Assesment (beoordeling)
Wat is de eigen beoordeling over de situatie? Wat denk je zelf wat er aan de hand zou kunnen zijn?

 



  •  Bijvoorbeeld: Ik denk dat de baarmoeder van Mv. Jansen niet goed   samentrekt (contraheert)

Slide 16 - Diapositive

R=Reccommendation (aanbeveling)

Wat is de aanbeveling van jou? Wat wil je dat er gaat gebeuren? Wil je dat de arts komt? Moet er medicatie gewijzigd worden?

  • Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat ik medicatie moet toedienen om de baarmoeder te laten samentrekken en ik wil dat je  binnen nu en 10 minuten langs komt om de Mv. Jansen zelf te beoordelen.

Slide 17 - Diapositive

R=Repeat (herhaal).
 Herhaal het antwoord van de zorgverlener nog eens om zo eventuele fouten   te kunnen opsporen.

  •  Bijvoorbeeld: 'Dus als ik het goed begrijp vind je het goed dat ik   medicatie toedien om de baarmoeder te laten samentrekken en je komt   binnen nu en 10 minuten langs om Mv. Jansen te komen beoordelen!?

Slide 18 - Diapositive

Casus einde video
Ik stop even de video op het laatste stukje. 

Ik wil graag van jullie horen of de informatie die jullie lezen voldoende is om de SBSARR methode toe te kunnen passen.

Motiveer je antwoord

Slide 19 - Diapositive

De juiste uitwerking voor de SBARR 
S =
Hallo met Pascal van afdeling 'vergiet mij niet'.
Ik heb hier mevrouw Davis, geboren op 15-07-1962. Zij is vanmorgen niet lekker geworden tijdens de ADL. Mw. heeft een wegraking gehad van ongeveer 1 minuut. Mw. heeft een toenemende temp. van 38.9. Mw. is aanspreekbaar maar verward en geeft buikpijn en misselijkheid aan.
B =
Mw. is bekend met een darm CA, waarvoor in 2017 een pouch. Tevens is mw. bekend met hypotensie. Mw. gebruikt Acenocoumarol en Furosemide 5 mg 1x dd om 08:00 uur. Mw. heeft haar medicatie nog niet toegediend gekregen.
A =
Ik vermoed een tensiedaling ten gevolgen van overeind komen zitten en tevens een naadlekkage van de pouch. De symptomen hierbij zijn toenemende koorts, pijn in de buik en misselijkheid. Mw. geeft buikpijn aan en zegt misselijk te zijn. Controle temp. 38.9, tensie van 101/74. pols van 62 en een saturatie van 92%.
R =
Ik zou graag willen dat u komt beoordelen of mw. ingestuurd moet worden naar ziekenhuis. Ik zal bij mw. blijven tot die tijd en haar controles in de gaten houden. Is er verder nog iets wat ik ondertussen kan doen?
R =
Evaluatie en samenvatting van wat er afgesproken is en wat er nu gaat gaat gebeuren. Later op de dag nemen we nog contact met elkaar op over hoe de situatie ervoor staat.

Slide 20 - Diapositive

Bij welke situaties kan de SBARR methode worden toegepast?
A
Bij een overdracht
B
Tijdens een multidisciplinair overleg
C
Bij een artsenvisite
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quiz

De verpleegkundige vertelt de arts dat ze denkt dat de patiënt een nabloeding heeft. Dit past in de fase:
A
Situation
B
Background
C
Assesment
D
Recommendation

Slide 22 - Quiz

De verpleegkundige vertelt dat de patiënt bekend is met een stollingsstoornis. Welke fase is dit?
A
Situation
B
Background
C
Assessment
D
Recommendation

Slide 23 - Quiz

De verpleegkundige vraagt aan de arts of hij/zij alvast pijnstilling zal geven. Bij welke fase hoort dit?
A
Situation
B
Assesment
C
Reccomendation
D
Background

Slide 24 - Quiz

Waarom de SBARR?
Er wordt consequent informatie overgedragen:
 
  • Inhoud verbetert en de overdracht wordt korter (overdracht en slechte   communicatie = risicomoment).
  • Verpleegkundige wordt door stappenplan gedwongen eerst zelf de   situatie te analyseren.
  • Arts krijgt completer beeld; kan adequater reageren.
  • Kwaliteit van zorg en teamsamenwerking nemen toe.

Slide 25 - Diapositive

Voordelen SBARR:

  • eenvoudig communicatiemiddel.
  • veel gebruikt in Nederland.
  • geschikt voor meerdere  disciplines.
  • bevordert de samenwerking
  • voorbereiding mogelijk.
  • concrete overdracht gegevens
Nadelen SBARR:

  • nieuw communicatie middel.
  • bij acute situaties waarbij  de   patiënt snel achteruit gaat,   bijvoorbeeld verloskunde, SEH,   uitslaapkamer.
  • klinisch redeneren,
      dus niet inzetbaar voor alle                      disciplines. 

Slide 26 - Diapositive

Wie kent dit meetinstrument?

Slide 27 - Diapositive

Early warning score (EWS)
Deze wordt vaak samen met de SBARR methode ingezet.

  • Zoek meer informatie op over de EWS score
  • 2 minuten

Slide 28 - Diapositive

Wie kan mij meer vertellen over het inzetten van de EWS?


https://enurse.nl/praktijk/meetinstrumenten/ews/

De SBARR en EWS heb ik in documenten/teams/zorg geplaatst


Slide 29 - Diapositive

Jullie zien straks een video, schrijf alle observaties lichamelijke functies op een papier

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Pak nu de EWS erbij en vul deze in aan de hand van de informatie uit de video

Wat is jullie uitkomst?

Slide 32 - Diapositive

EWS naar aanleiding van video
Pols = goed
Ademhaling = 12
Bewusteloos

Wat is de score ?

Hoe moet je handelen nav de score?

Slide 33 - Diapositive

CASUS
Je komt bij Mw. de Jonge op de kamer en ziet haar op de grond liggen. Ze komt versuft over. Ze is flink aan het transpireren en is ze trillerig. Mw. is bekend met Diabetes type 2 waarvoor ze 3x daags insuline spuit. Je meet de controle's: 
Bloeddruk (RR) 95-50. 
Pols 90          
Temperatuur 37.2. 
Ademhaling 18 
Bloedsuiker 2.3
Je belt de arts. 

Vul de SBARR methode in en de EWS

timer
10:00

Slide 34 - Diapositive

Leerdoel 1) De student heeft kennis 
gemaakt met SBARR.

Slide 35 - Diapositive

Leerdoel 2) De student kan benoemen waarom SBARR van belang is.

Slide 36 - Carte mentale

Leerdoel 3) De student weet waar de letters SBARR voor staan.

Waar staat de S voor
Waar staat de B voor
Waar staat de A voor
Waar staat de R voor
Waar staat de R voor

- Situation (oftewel, situatie)
- Background (oftewel, achtergrond)
- Assesment (oftewel, beoordeling)
- Reccommendation (oftewel, aanbeveling)
- Repeat (herhaal)

Slide 37 - Diapositive

Definitie klinisch redeneren
De vaardigheid (of competentie) om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis.
(denk aan anatomie, fysiologie,pathologie en farmacologie) zodat je kan onderbouwen welke interventies ingezet moeten worden.

Slide 38 - Diapositive

Vragen?                                                 

Slide 39 - Diapositive

Volgende les:

Slide 40 - Diapositive