Thema 7 'Planten'

Programma 
Terugblik vorige les (1-19)
Uitleg B4 voortplanting
maken opdrachten van B4
Eindexamensite. nl oefenen


1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma 
Terugblik vorige les (1-19)
Uitleg B4 voortplanting
maken opdrachten van B4
Eindexamensite. nl oefenen


Slide 1 - Diapositive

Bij de fotosynthese in planten ontstaat glucose
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Glucose is geen energierijke stof
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Hoeveel meeldraden heeft deze bloem?
A
1
B
2
C
4
D
5

Slide 4 - Quiz


Wat is de functie van meeldraden?
A
Ze hebben een mooie kleur
B
Ze maken stuifmeel aan
C
Ze lokken insecten

Slide 5 - Quiz

Op de afbeelding hiernaast is schematisch een bloem weergeven. Hoe heet onderdeel nummer 7?
A
meeldraad
B
helmdraad
C
helmknop
D
stengel

Slide 6 - Quiz

Bij de verbranding in organismen ontstaat koolstofdioxide.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de bladgroenkorrels van een plantencel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Een plant kan glucose opslaan in zijn wortels
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

De bastvaten vervoeren ...... ...... ....... .... van de bladeren naar alle delen van de plant.
A
water met opgeloste mineralen
B
water met opgeloste suikers

Slide 10 - Quiz

Bij een bloem met rood gekleurde kroonbladeren vindt bestuiving plaats doormiddel van ...
A
insecten
B
de wind

Slide 11 - Quiz

Glucose is de favoriete brandstof voor verbranding. Glucose is een....
A
Eiwit
B
Aminozuur
C
Koolhydraat
D
Suiker

Slide 12 - Quiz

Voor verbranding is nodig
A
energierijke stoffen en water
B
koolstofdioxide en brandstof
C
glucose en brandstof
D
brandstof en zuurstof

Slide 13 - Quiz

Kaarsvet van de kaars is ..... ?
A
Glucose
B
Brandstof
C
Zuurstof
D
Koolstofdioxide

Slide 14 - Quiz

welke drie functies hebben assimilatie producten ?
A
Brandstof, bouwstof en reservevoedsel
B
zuurstof, glucose , brandstof
C
Water, licht, zuurstof
D
vetten, suikers, groei

Slide 15 - Quiz


Wat komt vrij bij verbranding?

A
water en koolstofdioxide en energie
B
een indicator
C
zuurstof en een brandstof
D
glucose en kaarsvet

Slide 16 - Quiz

Verbrandingsreactie verbranding in het lichaam:


Glucose + ……………1……………… ==> ……………2………….. + …………3…….……….. + …………4…………
(brandstof) (verbrandingsproducten)

A
1: zuurstof 4: energie
B
1: koolstofdioxide 4: water
C
1: zuurstof 4: koolstofdioxide als brandstof
D
1: zuurstof 4: brandstof

Slide 17 - Quiz

De meeste gebruikte brandstof in je cellen is glucose.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Glucose is de meest gebruikte brandstof in cellen. De glucose haalt je lichaam uit eten dat je binnenkrijgt.

Maak de zinnen kloppend.
Sporters verbranden ...1...
brandstof dan mensen die niet sporten. Daarom hebben sporters
...2... eten nodig.
A
1 minder / 2 minder
B
1 meer / 2 minder
C
1 meer / 2 minder
D
1 meer / 2 meer

Slide 19 - Quiz

Bij een bloem die sterk geurt vindt de bestuiving plaats via ...
A
de wind
B
insecten

Slide 20 - Quiz

Elk zaadje in het klokkenhuis van een appel is ontstaan uit één zaadbeginsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wanneer er bij een bloem bestuiving heeft plaatsgevonden, dan groeit er uit het vruchtbeginsel een vrucht (bijvoorbeeld een appel, mandarijn, paprika)
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Je ziet een vlinder bij een bloem. Waarom vliegen vlinders van bloem naar bloem?
A
Om de plant te bevruchten
B
Om nectar te drinken
C
Om zaden te verspreiden

Slide 23 - Quiz

De bloem van P is?
De bloemen van Q zijn?
A
P Eenslachtig Q Tweeslachtig
B
P Tweeslachtig Q Eenslachtig
C
P Eenslachtig Q Eenslachtig
D
P Tweeslachtig Q Tweeslachtig

Slide 24 - Quiz


Wat voor bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 25 - Quiz

Deze bloem is een ...
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
-
D
-

Slide 26 - Quiz

Welk cijfer geeft de stamper aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 27 - Quiz

Welk cijfer geeft een kelkblad aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 28 - Quiz

Hoe noem je het maken van energierijke stoffen door organismen?
A
assimilatie
B
fotosynthese
C
glucose
D
verbranding

Slide 29 - Quiz

Hoe heet een vrouwelijke geslachtscellen van een plant?
A
Een meeldraad
B
Een helmknop
C
Een zaadbeginsel
D
Een eicel

Slide 30 - Quiz

Wat nemen planten uit de lucht op?
A
Zuurstof
B
Zonlicht
C
Koolstofdioxide
D
Water

Slide 31 - Quiz

Een plant kan zijn eigen voedsel maken. In welke delen van de plant wordt dit voedsel zeker niet gemaakt?
A
Bladeren
B
Stengel
C
Wortels

Slide 32 - Quiz


Een deel van een plant groeit uit tot een nieuwe plant.

Is er dan sprake van geslachtelijke of ongeslachtelijke voortplanting?



A
geslachtelijke voortplanting
B
ongeslachtelijke voortplanting
C
zowel geslachtelijke als ongeslachtelijke voortplanting

Slide 33 - Quiz

Wat is geen voorbeeld
van ongeslachtelijke voortplanting bij planten?
A
Deling en stekken
B
Bollen en knollen
C
Uitlopers en wortelsstokken
D
Stuifmeelkorrels en eicellen

Slide 34 - Quiz


Wat is de plantencel?
timer
0:20
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 35 - Quiz

Je ziet een plant met hele grote opvallende bloemen. Op welke manier plant deze zich voort?
A
met behulp van insecten
B
met behulp van de wind

Slide 36 - Quiz

Welk 'orgaantje' in de plantencel is gevuld met vocht waardoor de plant stevigheid heeft?
A
Celkern
B
Bladgroenkorrel
C
Vacuole
D
Celwand

Slide 37 - Quiz

Hoe heet een mannelijke geslachtscel van een plant?
A
Stamper
B
Stempel
C
Helmknop
D
Stuifmeelkorrel.

Slide 38 - Quiz

Wat is bij een plant het vrouwelijke voortplantingsorgaan?
A
Meeldraad
B
Kroonblad
C
Stamper
D
Bloembodem

Slide 39 - Quiz