Op het examen willen ze bij bronnen vaak weten hoe de maker van de bron over iets dacht. Ze kunnen dan rechtstreeks vragen naar de
mening van de maker over een bepaalde situatie.
Vaker vragen ze naar de visie van de maker op een bepaalde situatie. Dan vragen ze naar zijn kijk op de situatie. In praktijk komt dat vaak op hetzelfde neer.
Het kan ook zijn dat ze specifiek vragen over de boodschap die de maker of de gebruiker van de bron wil geven. Dan vragen ze niet over zijn mening maar wat de maker wil vertellen d.m.v. de bron.
Beide vragen vereisen een specifiek antwoord en niet een antwoord als positief of negatief!