Les Duits dinsdag 9 maart

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

even oefenen...

• We oefenen de werkwoorden:

konnten, mussten, durften, wollten, wussten

• we oefenen met de woordjes van de Lernliste

Boeken dicht en niet spieken!

Succes!

Ich ______ früh schlafen gehen.

1. musste
2. musstest

Du _____ hier noch nicht abbiegen.

1. durfte
2. durftest

Ihr _____ gestern lange beim Arzt warten.

1. mussten
2. musstet

Ihr ____ schon mal in den Bus einsteigen.

1. durftet
2. durften

Er ___ vorige Woche in Trier umsteigen.

1. musstet
2. musste

konnten - Wir ____ keine Wolke am Himmel sehen.

durften - Ich ____ im Herbst allein meine Freundin besuchen.

wussten - Man ____ im Dorf nichts davon.

wollten - Mike ____ noch nicht schlafen.

Vertaal van NL => D:
de lijn

Vertaal van NL => D:
het stoplicht

Vertaal van NL => D:
de rotonde

Vertaal van NL => D:
nodig hebben, erover doen

Vertaal van NL => D:
rechtdoor

Wat betekent het woord: umsonst

Nicht umsonst nennt sich Hamburg die schönste Stadt.

1. daarom
2. voor niets
3. omdat
4. altijd

Wat betekent het woord: jedenfalls

Ihr könnt jedenfalls wieder in die Schule.

1. elke week
2. gelukkig
3. in ieder geval
4. soms

Wat betekent het woord: Strecke

Ich musste eine Strecke mit dem Bus fahren.

1. gebied
2. streek
3. traject
4. straat

einde van de les

Jullie hebben je best weer gedaan! Top!

Volgende week: S.O. voor een cijfer (zie Learnbeat!)

Fijne dag nog!

Tot volgende week!