Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Inleiding LessonUp
Groepjes van twee
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
B
C
E
Bedrijven
Overheid
Gezinnen
Slide 3 - Question de remorquage
Waar staat de afkorting Yn voor?
A
netto investeringen
B
nationaal inkomen
C
internationaal inkomen
Slide 4 - Quiz
Invloed tussen markten
Abstrace markt en concrete markt
Slide 5 - Diapositive
Welke invloeden kan je bedenken tussen de volgende markten: valutamarkt, kapitaalmarkt, arbeidsmarkt?
Slide 6 - Question ouverte
BBP en toegevoegde waarde
Afschrijvingen
Brute toegevoegde waarde
Netto toegevoegde waarde
Voorbeeld boer
Slide 7 - Diapositive
Een appelteler verkoopt een zak appels voor €0,50 aan een fabrikant die ze verder verwerkt en aan de supermarkt verkoopt voor €2. De supermarkt biedt de appels aan voor €3. Wat is de toegevoegde waarde in dit verhaal?
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het verschil tussen bruto en netto toegevoegde waarde?
Slide 9 - Question ouverte
Vorming BBP
Objectieve methode
Bestedingsmethode
Subjectieve methode
Slide 10 - Diapositive
Objectieve methode
Bestedingsmethode
Subjectieve methode
Optelling alle bestedingen bij binnenlandse ondernemingen
Optelling primaire inkomens
Optelling toegevoegde waarden
Slide 11 - Question de remorquage
Nationaal Inkomen & Product
Primaire inkomens
Geproduceerde diensten & goederen
Toegevoegde waarde
Kostprijsverlagende subsidies en kostprijsverhogende belastingen
Slide 12 - Diapositive
Wat is het verschil tussen Nationaal product en inkomen?
Slide 13 - Question ouverte
BBP als welvaartsmaatstaf
Nominaal en reëel
Eng vs Ruim
Informele sector
HDI & groen BBP
Slide 14 - Diapositive
Wat is het verschil tussen nominaal en reëel inkomen?
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het verschil welvaart in enge zin en welvaart in ruime zin?