2324 3.4 Aardbevingen

3.4 Aardbevingen
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
5V
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.4 Aardbevingen
H2 Endogene en exogene processen
Domein Aarde
5V

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Je begrijpt het verband tussen ontstaan en kracht van een aardbeving en de platentektoniek. 
  • Je begrijpt dat endogene processen bijdragen aan het ontstaan van plooien, breuken, vulkanen,aardbevingen en gebergten.


Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Algemene feiten over aardbevingen

  • De zwaarste aardbevingen ontstaan bij transforme- en convergente plaatgrenzen.
  • Aardbevingen ontstaan wanneer spanning > de sterkte (buigbaarheid of elasticiteit) v/h gesteente.
  • Gesteente breekt plotseling -> de spanning verdwijnt -> gesteentelagen verschuiven.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Aardbevingen
Hoe dieper het hypocentrum, hoe minder er gevoeld wordt bij het epicentrum. 

Verwoestend door de trillingen, maar ook door de gevolgen als tsunami's (zeebeving)
Vrijdag 08-09-2017

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Gevolgen
  • Aardbeving: aardverschuiving
  • Zeebeving: tsunami

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

De magnitude van een aardbeving
Voorbeeld van een seismogram. 
Op de verticale as staat de tijd in uren weergegeven, 
op de horizontale as in minuten. 
Iets voor 20.30 uur mat de seismometer een aardbeving. De grootste trilling in de lijn wordt gebruikt om de magnitude van een beving te berekenen. 

Slide 13 - Diapositive

Schaal van Richter
De schaal van Richter meet de kracht van een aardbeving.

 

De schaal werkt met sprongen van x 10

Slide 14 - Diapositive

Schaal van Mercalli

De schaal van Mercalli meet de aangerichte schade op een plek

Slide 15 - Diapositive

Aardbevingen kun je voorkomen?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 16 - Quiz

Aardbevingen kun je voorspellen?
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 17 - Quiz

Waar aardbeving voorkomen zijn ook altijd vulkanen
A
Juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat geeft de schaal van Mercalli aan?
A
De kracht van een aardbeving
B
De schade die een aardbeving veroorzaakt
C
Hoe lang de aardbeving duurt
D
De diepte van een aardbeving

Slide 19 - Quiz

Wie kan een aardbeving voorspellen?
A
Seismoloog
B
Seismograaf
C
Metereoloog
D
Klimatoloog

Slide 20 - Quiz

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een aardbeving
D
Een tsunami

Slide 21 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Een aardbeving is het gevolg van een tsunami
B
Een tsunami is het gevolg van een aardbeving
C
Een aardbeving en tsunami gebeuren tegelijkertijd
D
Een aardbeving en tsunami hebben niks met elkaar te maken

Slide 22 - Quiz

Lesdoel
  • Je begrijpt het verband tussen ontstaan en kracht van een aardbeving en de platentektoniek. 
  • Je begrijpt dat endogene processen bijdragen aan het ontstaan van plooien, breuken, vulkanen,aardbevingen en gebergten.


Slide 23 - Diapositive

Aan de slag met par 3.4

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Lesdoel
  • Je begrijpt het verband tussen ontstaan en kracht van een aardbeving en de platentektoniek. 
  • Je begrijpt dat endogene processen bijdragen aan het ontstaan van plooien, breuken, vulkanen,aardbevingen en gebergten.


Slide 26 - Diapositive

Wat zie je? En hoe ontstaat dit?

Slide 27 - Diapositive

Vervorming van de aardkorst
Rek of druk vervormt de aardkorst 

Plooiing (buiging) vindt diep in de aardkorst plaats.

- Lagen sediment --> sedimentgesteente
- Convergentie.: twee continentale aardplaten botsen en duwen elkaar omhoog.

Druk -> warmer -> gesteente plastisch -> opheffing -> plooiingsgebergte Bijv. in de Alpen


Slide 28 - Diapositive

Wat zie je hier? Hoe ontstaat dit?

Slide 29 - Diapositive

Breukgebergten
Breukgebergten ontstaan waar twee continentale platen uiteen drijven. Een
deel van het gebied langs de breuk komt omhoog (horst) of zakt weg (slenk).

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

De aardkorst
Breken gebeurt aan het oppervlakte

rek-> breuk -> delen zakken weg (slenk) of worden opgeheven (horst) -> breukgebergte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Begrippen die horen bij rek in de aardkorst
Begrippen die NIET horen bij rek in de aardkorst
Horst
Alpen
Oost-Afrika
Himalaya
Slenk
Subductiezone
Breuken
Plooiing
Divergeren
Convergeren

Slide 37 - Question de remorquage

Bij convergente plaatgrenzen wordt de aardkorst ingekort
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Bij de vorming van horsten en slenken wordt de aardkorst ingekort
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Vidéo

Lesdoel
  • Je begrijpt het verband tussen ontstaan en kracht van een aardbeving en de platentektoniek. 
  • Je begrijpt dat endogene processen bijdragen aan het ontstaan van plooien, breuken, vulkanen,aardbevingen en gebergten.


Slide 41 - Diapositive

Aan de slag met par 3.4

Slide 42 - Diapositive