2H - les 1 - STG

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2H - viernes 2 de septiembre - STG

La planificación de hoy

• Introducción - TÚ y YO
• Acuerdos/ afspraken
• Administración 
• Conocimiento de España/ Kennis over Spanje
• Pronunciación
• Deberes

Introducción - Tú y yo

Ik heet =

Mijn achternaam is =

Ik woon in =

Ik ben .. jaar =

12 =

13 =

14 =                                                                                       

Acuerdos

• Llevas tu chromebook, cuaderno, un boligrafo
  
• NO móviles/ audífonos
• Ten respecto para el profesor/ tus compañeros
• Tarjeta amarilla

Administración 2H(sp1)

Classroom:  kl4cppu

Lessonup:  mvikh  

Quizlet: Link naar onbeperkt Quizlet

Lesmethode

Compañeros

Boek

Digitaal

Leestekens op Chromebook

alt gr + ? = ¿

alt gr + ! = ¡

alt gr + e = é

alt gr + i = í

alt gr + a = á

alt gr + o = ó

alt gr + u = ú 

alt gr + n = ñ

In periode 1...

...behandelen we stof uit Compañeros, Unidad 1 & 2.

...leer je meer over de uitspraak,

...leer je belangrijke werkwoorden gebruiken zoals : zijn, heten en praten,

...leer je tellen tot 100,

...leer je het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke woorden

...leer je woorden in enkelvoud en meervoud te gebruiken

 ...werkwoorden ser, llamarse

... leer je aanwijzende voornaamwoorden te gebruiken

... leer je de bijvoeglijke naamwoorden

Página 4-5

Pruebas (toetsen) P1

SO Unidad 1 (2x)

Voca Unidad 1 NL-SP

Ser

Llamarse

Persoonlijke voornaamwoorden

Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)

Getallen tot 20 NL-SP

Jezelf voorstellen

PW Unidad 1&2 (4x)

Lees + luister

Voca Unidad 1 + 2 NL-SP

Ser

Llamarse

Lidwoorden (ev+mv+mnl+vwl)

Jezelf voorstellen

Aanwijzend voornaamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

Getallen tot 100 NL - SP

Meervoudsregel

Formatief woordjes (0x)

Voca Unidad 1 NL-SP

Voca Unidad 2 NL-SP

¿Qué te acuerdas del año pasado?

- overleg met je buurman/vrouw

- schrijf op wat je nog weet van vorig schooljaar

Español en LJ 1

Empezamos - Punto de partida

Página 6-7, ejercicios 1-2

1. Wat is de Nederlandse vertaling van deze woorden?

2. Schrijf de Spaanse woorden onder de foto's

Weet jij wat de hoofdstad van Spanje is?

1. Barcelona
2. Valencia
3. Madrid
4. Santiago

Waar moet jij aan denken, als je aan Spanje denkt?

Sleep ze naar de kaart van Spanje toe

Welke Spaanstalige beroemdheden ken je?

Sleep de naam naar de juiste foto

Penélope Cruz

Lionel Messi

Máxima

Shakira

Daddy Yankee y Fonzi

Rafa Nadal

Hoe kun je in het Spaans vragen: "Hoe gaat het?"

1. ¿cómo estás?
2. ça va?
3. ¿qué tal?
4. tudo bem?

Hoe zeg je in het Spaans "dankjewel"?

1. merci
2. grazie
3. gracias
4. danke schön

Spanje in het Spaans

1. España
2. Espana
3. Españe
4. Españia

Wat hoort niet bij Spanje?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is het kleinste buurland van Spanje?

1. Madeira
2. Portugal
3. Formentera
4. Andorra

Spanje heeft een.....

1. dicatator (het is een dictatuur)
2. keizer (het is een keizerrijk)
3. koning (het is een koninkrijk)
4. president (het is een republiek)

Uitspraak

v = b  Valencia

ll = j  amarillo

j = g  Juan

ñ = nj  España

h = ..  hola

u = oe  Cuba 

ch = tsj  Chile

Página 8

Pronunciamos

EB. pag. 7, ej 1

1. Spel je naam in het Spaans.
2. Schrijf deze woordjes spellend uit: ese - u - zeta - a - ene - ene - e
3. ¿Cómo se escribe tu nombre?

1. Spel nu een woord uit de voca lijst van 1.1 (wb pag. 27)
2. Spel het woord en de klas moet raden om welk woord het gaat.

Deberes

ESTUDIAR (=leren):

- Jezelf kunnen voorstellen

- Voca Unidad 1 blz 104 NL-SP 1-10