Democratie naar dictatuur

Democratie naar dictatuur
Duitsland
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Democratie naar dictatuur
Duitsland

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat zijn de 4 afspraken in het verdrag van versailles?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Weimar Republiek 1918
Keizer Wilhelm II afgezet

Het nieuwe parlement -> zwaar belast door herstelbetalingen


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1919 communistische opstand
Veel geweld tussen linkse en rechtse
 onrust door politieke geweld en het verdrag van Versailles

Economisch nog slecht aan toe

Slide 5 - Diapositive

linkse -> vooruitstrevend -> sociale gelijkheid
Rechtse -> conservatief
Wat is inflatie?
A
Waardevermindering van geld
B
Waardevermeerdering van geld

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1924

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er in het jaar 1929 ?
A
Deflatiejaar
B
Beurskrach
C
Crisisjaar
D
Inflatiejaar

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opkomst Hitler
1919 sluit zich aan bij een rechts nationalistische partij
-> Partijleider van NSDAP 
(Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij)

1923 probeert Hitler door middel van een staatsgreep de macht te grijpen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1933
Economische crisis houdt aan

Rijksdagverkiezingen
-> andere partijen konden geen stabiele regering vormen

-> NSDAP wint

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het fascisme VS. het Nationaal-socialisme
Overeenkomsten :
- Anti-democratisch
-Gewelddadig 
-Extreem nationalistisch
-Totalitair

Het verschil :
-Radicaler
-Racistisch -> antisemitisch 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent totalitair?
A
Alle macht vanuit 1 positie
B
Meerderheid in een politieke partij
C
Als de overheid volledig heerst over de samenleving
D
Machtige families die heersen over de samenleving

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions