Les 1B natte en droge gebieden

Stijgingsregens en dalende droge lucht
BB57 en BB59
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stijgingsregens en dalende droge lucht
BB57 en BB59

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige lessen
Wat is het verschil tussen natuurlandschap en cultuurlandschap?
Wat heeft de breedteligging te maken met temperatuur? Leg dit uit aan de hand van de stand van de aardas en
invallende zonnestralen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neerslagfactoren
In welke 3 vormen kan de dampkring water bevatten?

Twee belangrijke regels bij neerslag:
1. Lucht die opstijgt koelt af
2. Koude lucht kan minder waterdamp bevatten
dan warme lucht --> gevolg = neerslag

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 soorten regens
1. Stijgingsregens
2. Stuwingsregens
Want hoe stijgt die lucht nou op?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stijgingsregen
  • Evenaar > altijd warm > warme lucht stijgt op > koelt af > kan minder waterdamp bevatten > stijgingsregen
  • Gebieden met stijgingsregens zijn goed te herkennen op een wereldkaart.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Droogte

Slide 6 - Diapositive

 Droogte heeft vaak te maken met dalende lucht. Lucht die daalt, warmt op. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude. De bewolking lost op, de zon gaat schijnen en het is droog.
Stuwingsneerslag
Stuwingsneerslag komt voor in berggebieden.

  • Bij de loefzijde gaat de neerslag omhoog.
  • Bij de lijzijde is er geen neerslag
       meer. Deze is bij de loefzijde al

       gevallen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Opdracht 5 en 6 op pagina 28

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Formulier invullen
Naam hoeft er niet op
10 minuutjes
Inleveren bij mij

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie
1.  Wat hebben we deze les gedaan?
2. Wat heb je van deze les geleerd?
3. Wat kan ik met de informatie die ik heb geleerd?
4. Wat is de kern van deze les geweest?
5. Welke vragen heb ik nog aan mijn klasgenoten of aan de leraar?
6. Wat wil ik over deze les aan de leraar vertellen? (tips/tops)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions