Herhaling hoofdstuk 1 HAVO-VWO

Goedemorgen
Nog steeds lekker online :(
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
Nog steeds lekker online :(

Slide 1 - Diapositive

Planning vandaag
Herhalen hoofdstuk 1
Oefen opdrachten
Bespreken voor volgende week

Slide 2 - Diapositive

Productiefactoren en schaarse goederen
Productiefactoren:
  • Kapitaal 
  • Arbeid
  •  Natuur
  • Ondernemerschap

Schaarse goederen & vrij goed

Slide 3 - Diapositive

Behoeften en consumeren
Middelen => behoeften

Voorzien in behoeften
  • Zelfvoorziening
  • Consumeren => consument => consumptiegoederen


Slide 4 - Diapositive

Multi-inzetbaar
Alternatieve aanwendbaarheid => maken van keuzes
Budgetlijn

Soorten uitgaven:
  • Vaste lasten
  • Dagelijkse uitgaven
  • Incidentele uitgaven
Begroting (budgetplan)

Slide 5 - Diapositive

Ruilen zonder geld
Directe & indirecte ruil

Nadeel directe ruil:
  • Directe ruilen kost veel tijd en moeite
  • Er is weinig arbeidsverdeling
  • De schaalvergroting blijft beperkt

Indirecte ruil => specialisatie & arbeidsproductiviteit

Slide 6 - Diapositive

De waarde van geld
Eisen geld: 
  • Deelbaar zijn
  • Handzaam zijn
  • Niet bederfelijk
  • Intrinsieke waarde < nominale waarde

Slide 7 - Diapositive

Interne waarde => hoeveel is het in jouw land waard?
Externe waarde => Hoeveel is het in een ander land waard?

Slide 8 - Diapositive

Geld is vertrouwen
Vertrouwen is onwijs belangrijk

Fiduciair geld => op vertrouwen gebaseerd

Slide 9 - Diapositive

Functies van geld
Geld heeft drie functies:
  • De ruilfunctie
  • De rekenfunctie
  • De oppotfunctie

Slide 10 - Diapositive

Soorten geld
Je hebt twee soorten geld:
  • Chartaal geld => tastbaar
  • Giraal geld => Het onzichtbare geld

Slide 11 - Diapositive

De computer waarmee een website gemaakt wordt
De eigenaar van het bedrijf
De grond waarmee voedsel gemaakt wordt
Een klasgenoot komt in dienst als schoonmaker
Natuur
Arbeid
kapitaal
Ondernemerschap

Slide 12 - Question de remorquage

Waarom dwingt jouw behoefte aan schaarse goederen je tot het maken van keuzes?

Slide 13 - Question ouverte

Wat gebeurd er met de budgetlijn als je inkomen stijgt?
A
Deze verschuift naar rechts
B
Deze verschuift naar links

Slide 14 - Quiz

Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Dagelijkse uitgaven
Een scooter
Telefoon abonnement 
Boodschappen bij de supermarkt

Slide 15 - Question de remorquage

Waarom ruilden mensen vroeger alleen op directe wijze?

Slide 16 - Question ouverte

Leg uit waarom de arbeidsproductiviteit stijgt als de arbeidsverdeling toeneemt

Slide 17 - Question ouverte

Vroeger werd men in zout uitbetaald en kon je in winkels met zout betalen. Is dit een voorbeeld van directe ruil?
A
Ja want er komt geen geld bij kijken
B
Nee want het zout werd gebruikt als hoe wij geld nu gebruiken
C
Nee want zout kan helemaal niet gebruikt worden als geld
D
Ja want je ruilt een goed voor een ander goed

Slide 18 - Quiz

Waarom zorgt specialisatie voor een verhoogde arbeidsproductiviteit?

Slide 19 - Question ouverte

Als je een 2 euro munt hebt die volledig van goud gemaakt is welke stelling klopt dan?
A
De intrinsieke waarde is hoger dan de interne waarde
B
De nominale waarde is hoger dan de intrinsieke waarde
C
De nominale waarde is hoger dan de interne waarde
D
De intrinsieke waarde is hoger dan de nominale waarde

Slide 20 - Quiz

Welke van de onderstaande producten zou een goed vervangmiddel zijn voor geld?
A
Honden
B
Zout
C
Appels
D
Eieren

Slide 21 - Quiz

De ruilfunctie
De rekenfunctie
De oppotfunctie
Je koopt een auto
Je rekent hoeveel appels één banaan waard is
Je legt een pot met geld onder je bed voor later

Slide 22 - Question de remorquage

Jelte gaat met zijn pinpas een bedrag van €70 euro uit de geldautomaat halen. Wat gebeurd er?
A
Het chartale geld en het girale geld is afgenomen
B
Het chartale geld is afgenomen maar het girale geld is toegenomen
C
Het chartale geld is toegenomen maar het girale geld is afgenomen
D
Het chartale geld en het girale geld is toegenomen

Slide 23 - Quiz

Voor volgende week
Toets H1

  • Zorg dat je t/m 1.4 af hebt
  • Extra oefenen op blz 36 t/m 38 van je boek => Uploaden in teams in mapje ''oefentoets''
  • Nog meer oefenen kan op:
http://www.economiepagina.com/havo/praktischeeconomie/module1schaarstegeldhandeloefeningen.html 

Slide 24 - Diapositive