Les 1 Lading en spanning

Elektriciteit
lading en spanning
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Elektriciteit
lading en spanning

Slide 1 - Diapositive

Je ziet een schakelschema met een batterij, twee lampjes en een schakelaar.

Brandt lampje 1?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Je ziet een symbool voor schakelschema's.



Voor welk onderdeel van een schakeling staat het symbool?

Slide 3 - Question ouverte

Je ziet een symbool voor schakelschema's.



Voor welk onderdeel van een schakeling staat het symbool?

Slide 4 - Question ouverte

Je ziet een symbool voor schakelschema's.



Voor welk onderdeel van een schakeling staat het symbool?

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen hoofdstuk
  1. Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
  2. Je kunt enkele toepassingen geven van infrarode straling.
  3. Je kunt uitleggen wat spanning en stroomsterkte zijn en hoe je deze grootheden meet.
  4. Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.

Slide 6 - Diapositive

Leerdoelen
  • 5.1.1 Je kunt uitleggen hoe een voorwerp elektrisch geladen kan worden.
  • 5.1.2 Je kunt kenmerken van positieve en negatieve lading benoemen.
  • 5.1.3 Je kunt uitleggen hoe een geladen voorwerp ontladen kan worden.
  • 5.1.4 Je kunt een aantal spanningsbronnen benoemen.
  • 5.1.5 Je kunt het begrip elementaire lading toepassen in berekeningen. (plusstof)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Introductie
Als je op een droge winterdag een fleecetrui uittrekt, hoor je een zacht geknetter. In het donker kun je zelfs vonkjes zien overspringen. Die vonkjes zijn ontladingen van statische elektriciteit: ongevaarlijk onder normale omstandigheden, maar niet echt aangenaam als de stroom via je lichaam loopt.

Slide 9 - Diapositive

Voorwerpen opladen
Als je met een wollen doek over een pvc-buis wrijft, trekt de buis daarna papieren snippers aan. Ook een dun waterstraaltje wordt door de buis aangetrokken. Je zegt dat de pvc-buis door het wrijven elektrisch geladen of statisch is geworden.

Dat een voorwerp geladen is, merk je op verschillende
manieren:
• Het voorwerp trekt andere voorwerpen aan (figuur).
Dat kun je bijvoorbeeld zien doordat er zich veel
stof op het voorwerp verzamelt.
• Er kunnen vonkjes overspringen naar andere voorwerpen. Dat kun je horen als een zacht geknetter en soms ook zien of voelen.

Slide 10 - Diapositive

Begrip
Elektrisch geladen / statisch
Situatie waarin een voorwerp een elektrische lading heeft.

Slide 11 - Diapositive

Positieve en negatieve lading
De ene soort lading noem je positief of plus, de andere soort noem je negatief of min. Een perspex staaf die met een zijden doek is gewreven, heeft een positieve lading. Een pvc-buis die met een wollen doek is gewreven, heeft een negatieve lading. Plus en plus stoten elkaar af, net als min en min, maar plus en min trekken elkaar aan (figuur).

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Begrippen
positieve lading
De lading die een (neutraal) voorwerp krijgt als het elektronen afstaat.
negatieve lading
De lading die een (neutraal) voorwerp krijgt als het elektronen opneemt.

neutraal
Situatie waarin een voorwerp evenveel positieve als negatieve lading bevat.
elektron
Negatief geladen deeltje.

Slide 14 - Diapositive

opladen

Slide 15 - Diapositive

Spanning & elektronen
In de figuur zie je twee even grote metalen bollen op een plastic voet. Bol A is negatief geladen, bol B is positief geladen. In zo’n geval zeg je dat er tussen A en B een spanning bestaat. Zodra je tussen A en B een geleidende verbinding maakt, gaan er elektronen bewegen van A naar B. Er loopt dan een elektrische stroom.

Slide 16 - Diapositive

Lithiumatoom

Slide 17 - Diapositive

Begrip
elektrisch geladen / statisch - Situatie waarin een voorwerp een elektrische lading heeft.
elektron - Negatief geladen deeltje.
elementaire lading (plusstof) - De allerkleinste hoeveelheid lading die in de natuur voorkomt. 
negatieve lading - De lading die een (neutraal) voorwerp krijgt als het elektronen opneemt.
neutraal - Situatie waarin een voorwerp evenveel positieve als negatieve lading bevat. 
positieve lading - De lading die een (neutraal) voorwerp krijgt als het elektronen afstaat.
spanning - Een maat voor hoeveel elektrische energie elk deeltje met zich meedraagt.
vrij elektron (plusstof) - Elektron dat niet aan een atoom is gebonden.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

weektaak

Maken: 1 t/m 9
Nakijken: -

Slide 20 - Diapositive