Clase 6_P1 3HV llamarse, gustar + herhaal stof

¡Bienvenidos a tu clase de español!
6
Hoy es martes, 
13 de septiembre de 2022
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

¡Bienvenidos a tu clase de español!
6
Hoy es martes, 
13 de septiembre de 2022

Slide 1 - Diapositive

Los objetivos de esta clase

1. Jullie gaan in deze les nog eens de wederkerende werkwoorden  (die op -SE eindigen) herhalen/ opfrissen
2. Ook oefenen jullie nog eens met het gebruik van gustar.
De doelen voor deze les

Slide 2 - Diapositive

El programa de hoy
1- Nakijken opdrachten SER én boekje check t/m pag 41 (10-15m)
2- Herhalen gustar + Korte uitleg llamarse 
- Llamarse oefeningen
Segunda parte de esta clase:
- quiz alles door elkaar oefeningen( via Lessonup
- Voca (via Quizlet)




Hoy es martes, 
13 de septiembre de 2022

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

¿Qué vas a hacer?: Oefenen  met Gustar,
¿Qué necesitas?:  Tu libro de trabajo (libro verde) ; pág 48-49
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken

¿Cuánto tiempo?: 20 minutos. 
Objetivo (doel): Je oefent weer met GUSTAR

He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 4.1 , 4.2, 4.3 (NL> ESP)
en ww roze blad (ESP>NL).
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 6 - Diapositive

Maak de juiste keuze:

* (A mí) me...………... el color rojo.


A
gustan
B
gusta
C
gusto
D
gustas

Slide 7 - Quiz

Maak de juiste keuze:

(A Juan).........................gusta cantar.


A
me
B
le
C
les
D
nos

Slide 8 - Quiz

Maak de juiste keuze:

(A nosotros) nos……………...los animales


A
gustamos
B
gusta
C
gustáis
D
gustan

Slide 9 - Quiz

Wij houden van dansen.
A
Nos gustan bailar
B
Nos gusta bailar
C
Gustamos bailar
D
nos gustar bailar

Slide 10 - Quiz

reageer:
a ti te gustan las vacaciones
A
yo también
B
a mí también
C
nosotros sí
D
a nosotros tampoco

Slide 11 - Quiz

A mí me gustan las tapas
A
yo también
B
yo no
C
a mí también
D
a mí tampoco

Slide 12 - Quiz

no me gustan los deberes
A
yo no
B
a mí también
C
yo tampoco
D
a mí tampoco

Slide 13 - Quiz

Sleep de juiste tekstdelen bij elkaar :
A mí tampoco me gusta...
¿A ti te gusta....
A nosotros no nos gustan....
A María no le gusta
...las patatas fritas
leer libros? 
la música electrónica
la lluvia.

Slide 14 - Question de remorquage



yo

él / ella /usted

nosotros/ nosotras

vosotros/ vosotras

ellos/ellas / ustedes



me    llamo   (ik heet)

te      llamas ( jij heet)

se     llama   (hij/ zij/ u heet) 

nos  llamamos (wij heten)

os     llamáis (jullie heten)

se     llaman (zij heten)




     Llamarse = heten
LET OP! Als je dit soort werkwoord vervoegd, moet SE  ook vervoegd worden als: me, te, se, nos, os, seJe mag dit niet weglaten!!! 
De rest van het werkwoord vervoeg je als een regelmatig -AR /-IR werkwoord

Slide 15 - Diapositive

Wederkerige werkwoorden
vb: levantarse
yo me levanto
te levantas
él/ella/ usted se levanta
nosotros nos levantamos
vosotros os levantáis
ellos/ ellas ustedes se levantan

Slide 16 - Diapositive

levantas
llamáis
afeitan
levanto
llamamos
ducha
levanta
se
nos
me
se
os
te
se

Slide 17 - Question de remorquage

Zet de juiste vorm van Llamarse in de volgende zinnen:
1. ¡Hola! (yo / Llamarse)_____ ____________Laura.
2. Mi madre (ella / Llamarse) ___ _________ Carmen y mi padre (él/ Llamarse)___ ______________Ricardo.
3. Tenemos dos perros (ellos/Llamarse)___ __________ Cro y Queta
4 ¿Cómo ( tú/ Llamarse)___ _____?
5 Nosotros (Llamarse)___ _______ García.
6¿Vosotros ( Llamarse)_____ ___________ Ramiro y Marta?

Slide 18 - Question ouverte

Hola,  (llamarse) Roberto.
Cuando (levantarse),por la mañana,(ducharse) y (cepillarse) los dientes y (peinarse) el pelo. 
Después (afeitarse), pero hoy no. 
Es que la espuma* se ha agotado**....

Pienso que mi hijo también (afeitarse) con mi espuma de afeitar...
Zet deze wederkerende werkwoorden in de juiste vorm
*) scheerschuim
**) is op

Slide 19 - Diapositive

¿Qué vas a hacer?: nem het verhaaltje van het bord over in je werkboek, vervoeg de wederkerende werkwoorden
¿Qué necesitas?:  Tu libro de trabajo (libro verde) y este lessonup
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken

¿Cuánto tiempo?: 15 minutos. 
Objetivo (doel): Je oefent weer met wederkerende
 werkwoorden zoals "llamarse"
He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 4.1 , 4.2, 4.3 (NL> ESP)
en ww roze blad (ESP>NL).
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 20 - Diapositive

CONCURSO PARA REPETIR

Slide 21 - Diapositive

Escribe en español (schrijf in het Spaans):
1. een bepaald lidwoord
2. een onbepaald lidwoord

Slide 22 - Question ouverte

EL /LA: welke uitzonderingen op de regel ken je?
Schrijf ze op en schrijf ook het meervoud op.

Slide 23 - Question ouverte

Regelmatige werkwoorden -AR. -ER , -IR
1. vervoeg CAMINAR met 'nosotros/-as'
2. vervoeg VIVIR met 'vosotros/-as'
3. vervoeg een LEER met 'él, ella, usted'

Slide 24 - Question ouverte


Schrijf de Nederlandse betekenis van deze werkwoorden onder elkaar op:

1 ser - 2 escuchar - 3 saber - 4 conocer - 5 decir -
6 estar - 7 querer - 8 ver- 9 buscar - 10 pensar



Slide 25 - Question ouverte



1 Engels 2 ze ontmoeten elkaar 3 waar ga je heen? 4 hier 5 hoe is het?
6 de verdieping 7 doen/maken 8 dorst 9 daarna 10 begint

4.1 :Schrijf in het Spaans

Slide 26 - Question ouverte



1 het leven 2 het avondeten 3 leren 4 het broodje
5 eindelijk 6 laat 7 thuiskomen 8 slapen 9 het fruit 10 moe


4.2 Schrijf in het Spaans

Slide 27 - Question ouverte




1 woensdag 2 lelijk 3 zaterdag 4 het werkboek 5 ik heb liever
6 nooit 7 scheikunde 8 lachen 9 dragen 10 moeilijk


4.3 Schrijf in het Spaans

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf alle vraagwoorden op die je kent.
Denk aan de accenten en vraagtekens

Slide 29 - Question ouverte

1 Zij houdt van patat* (patatas fritas)
2 Wij houden niet patat
3 Jullie houden ook niet van verrassingen
4 Ik hou wel van patat

Vertaal in het Spaans:

Slide 30 - Question ouverte

1. Onze broodjes
2. Jouw schoolvak
3. Jullie tekstboeken
4. Haar kleurpotlood

Vertaal in het Spaans:

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf de volgende getallen onder elkaar in het Spaans:

52, 41, 36, 75, 68, 33, 16, 27

Slide 32 - Question ouverte

¿Hemos conseguido los objetivos?

In deze les hebben jullie:

1) Geoefend met de wederkerende werkwoorden (die op -SE eindigen) herhalen/ opfrissen
2) Geoefend met het gebruik van gustar en de praktische zinnen/toepassing
3) Met andere grammatica  geoefend die op de herhaaltoets aan bod zal komen, bv de vraagwoorden.

(Hebben we de doelen van deze les bereikt?)

Slide 33 - Diapositive

APRENDE (LEER):  
VOCA 5.1 t/m 5.3 ( NL> ESP)
+ roze werkwoordenblad 25t/m 35
+
begin met het leren vd stof voor het PW 

HAZ (MAAK):
ejercicio 9, 10 ,11 y 12

Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; veel succes!

Slide 34 - Diapositive

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 35 - Diapositive