Proeftoets H1 H2 weer en klimaat

Proeftoets
H1 en H2 Weer en klimaat Nederland en Spanje
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Proeftoets
H1 en H2 Weer en klimaat Nederland en Spanje

Slide 1 - Diapositive

Nederland ligt in een gebied waar koude en warme lucht met elkaar in botsing komen. Wat is hier het gevolg van?
A
Veel bewolking en neerslag
B
Onweersbuien met veel bliksem
C
Zware stortbuien en wateroverlast
D
Weinig bewolking en zonnig weer

Slide 2 - Quiz

Uitspraak 1: op 3 januari 2018 was het bijna windstil in Nederland.
Uitspraak 2: lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied en heeft op het noordelijk halfrond door het draaien van de aarde een afwijking naar rechts.
Geef aan of de uitspraken juist/onjuist zijn.

Slide 3 - Question ouverte

Bron 1 gaat over de gemiddelde jaarlijkse neerslag in een deel van Nederland van 1981- 2010. Er zijn drie gebieden te zien waar gemiddeld meer neerslag is.

Geef een verklaring waarom er in deze gebieden meer neerslag is.

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn uitsluitend begrippen die bij een hogedrukgebied horen?
A
Minimum, depressie, hoge bewolkingsgraad
B
Minimum, hoge neerslagintensiteit en hoge bewolkingsgraad
C
Maximum, lage neerslagintensiteit, lage bewolkingsgraad
D
Maximum, hoge bewolkingsgraad, depressie

Slide 5 - Quiz

Het volleybalteam van Zwartsluis gaat in juli een week naar Barcelona in Spanje voor een beachvolleybaltoernooi. Met welke natuurlijke elementen moeten de volleyballers, in vergelijking met Nederland, rekening houden als ze gaan sporten op het strand in Barcelona?
A
Gelijke zonkracht en gelijke uv-straling als in Nederland
B
Hogere zonkracht en hogere uv-straling dan in Nederland
C
Hogere zonkracht en lagere uv-straling dan in Nederland
D
Lagere zonkracht en lagere uv-straling dan in Nederland

Slide 6 - Quiz

Uitspraak 1: Sevilla heeft een mediterraan klimaat met droge, hete zomers en milde winters waarin de meeste regen valt

Uitspraak 2: in de zomer ligt Sevilla vaker onder invloed van een lagedrukgebied dan in de winter.

A
Uitspraak 1 is juist Uitspraak 2 is juist
B
Uitspraak 1 is onjuist Uitspraak 2 is onjuist.
C
Uitspraak 1 is juist Uitspraak 2 is onjuist
D
Uitspraak 1 is onjuist Uitspraak 2 is juist

Slide 7 - Quiz

Geef aan:
a. Wat voor weer hebben we in Nederland in de zomer bij een hogedrukgebied?
b. Wat voor weer hebben we in Nederland in de winter bij een hogedrukgebied?

Slide 8 - Question ouverte

Het Nederlandse klimaat is erg geschikt voor de landbouw. Nederland is in de wereld een van de grootste landbouwproducenten.

Leg met 2 klimaatkenmerken uit waarom het Nederlandse klimaat zo geschikt is voor de landbouw.

Slide 9 - Question ouverte

In de zomer heeft Spanje te maken met een hogedrukgebied. Dit betekent een hoge bewolkingsgraad. Het is zo goed als droog, maar er kan af en toe wel neerslag vallen in de vorm van frontale neerslag. Het kan dan even flink doorregenen. De neerslagintensiteit is dan niet zo hoog.
In de tekst staan 3 fouten. Benoem en verbeter ze!

Slide 10 - Question ouverte

In een plaats in Nederland valt per jaar 780 mm neerslag. Een deel daarvan, 250 mm, verdampt. Dat gebeurt vooral in de zomer. De planten die in dit gebied groeien gebruiken 200 mm per jaar. Ook dat is vooral in de zomer. De rest van het water zakt de grond in en stroomt naar een ander gebied toe.
Het gebied heeft…

A
Een positieve waterbalans van 780 mm
B
een positieve waterbalans van 530 mm
C
een positieve waterbalans van 330 mm
D
een negatieve waterbalans

Slide 11 - Quiz

Het versterkte broeikaseffect zorgt voor klimaatveranderingen. Welke gevolgen van de klimaatverandering zijn er voor:
- het neerslagpatroon in zomer;
- de neerslag winter in Nederland?

Slide 12 - Question ouverte

Door klimaatverandering stijgt de zeespiegel. Op welke twee manieren gebeurt dit?

Slide 13 - Question ouverte

Verzilting in Spanje ontstaat door:
A
Planten te veel water opnemen uit de bodem
B
Drainage
C
Verdroging
D
Irrigatie in de landbouw

Slide 14 - Quiz

Als de waterbalans positief is betekent dat.................
A
het veel heeft geregend
B
er weinig verdamping is
C
boeren weinig water gebruiken
D
Er valt meer neerslag dan er verdampt

Slide 15 - Quiz

De reuzenteek is in de zomer van 2019 een aantal keren waargenomen in Nederland. deze kwam tot nu toe alleen in het Middellandse Zeegebied voor.

Beredeneer of deze tekensoort in Nederland in de toekomst vaker of minder vaak zal voorkomen.
Doe het zo:
- Kies eerst vaker of minder vaak.
- Geef daarna een klimatologische verklaring voor je keuze.

Slide 16 - Question ouverte

2 Twee leerlingen doen een uitspraak over luchtdruk.
Uitspraak 1: hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe zwakker de wind is die daar waait.
Uitspraak 2: in hogedrukgebieden stijgt de lucht op en is de kans op neerslag groot.
Wat is juist?
A
Beiden juist
B
Beiden onjuist
C
1. juist / 2. onjuist
D
1. onjuist / 2. juist

Slide 17 - Quiz

Noem 2 klimaatfactoren

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Question de remorquage

Welke vorm van neerslag zie je in het plaatje?
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Hagel
D
Sneeuw

Slide 20 - Quiz

De overheersende wind in het westen van de Verenigde Staten is een westenwind. Geef met behulp van de bronnen (zie de twee '?') de oorzaak waardoor in Reno minder neerslag valt dan in Santa Rosa.

Slide 21 - Question ouverte

Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied

Slide 22 - Question de remorquage

Deze afbeelding over het windsysteem is...
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Over neerslag in Spanje worden twee uitspraken gedaan.
Uitspraak 1: een hoge neerslagintensiteit zorgt voor minder afstroming in Spanje.
Uitspraak 2: gemiddeld is de nuttige neerslag in Spanje in de winter hoger dan in de zomer.

Geef aan of de uitspraken juist of onjuist zijn.

Slide 24 - Question ouverte

In de staat Utah in de Verenigde Staten is in augustus 2019 een wielerwedstrijd gehouden. De wielrenners begonnen op 1.000 meter hoogte bij een temperatuur van 34 graden Celsius. De finish lag op 3.000 meter hoogte.
Wat was de temperatuur bij de finish?
A
14 graden
B
22 graden
C
28 graden
D
40 graden

Slide 25 - Quiz

Geef de natuurlijke oorzaak waardoor Nederland meer last zal krijgen van de gevolgen van zeespiegelstijging dan Spanje.

Slide 26 - Question ouverte

In de herfst is de zee in verhouding tot het land … 1 … ( koud / warm). De opstijgende lucht … 2 … (koelt af / warmt op), waardoor er neerslag valt. Dit laatste proces wordt … 3 … (condensatie / verdamping) genoemd. Bij deze luchtbeweging is sprake van ... 4 ... (hogedruk / lagedruk). De hevige regenval die in deze periode van het jaar ontstaat komt omdat de zeelucht botst met … 5 … (koudere / warmere) lucht boven land.
Neem de getallen 1 t/m 5 over en kies steeds de juiste optie.

Slide 27 - Question ouverte

In de lange kringloop van het water in bron zijn 4 vd 5
5 processen weergegeven die samen de kringloop
van het water vormen. Welk proces ontbreekt?

Slide 28 - Question ouverte

Geef een landschapskenmerk dat te zien is in de bron waardoor boeren in Zuid-Limburg veel last van bodemerosie zullen hebben.

Slide 29 - Question ouverte