H3.4 Omgaan met verschillen

H3 'Samen leven'


cursus 3.4 'Omgaan met verschillen'



Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Periode 2: Oudheid

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3 'Samen leven'


cursus 3.4 'Omgaan met verschillen'



Tijdvak 2: Grieken en Romeinen

Periode 2: Oudheid

Slide 1 - Diapositive

Planning

  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 2 - Diapositive

Herhaling lesdoelen 3.3

Slide 3 - Diapositive

Hoe kwam het dat het christendom veel aanhangers kreeg?
A
Bij het christelijk geloof is iedereen gelijk. Dat sprak mensen aan.
B
Omdat de keizer dat wilde.
C
Omdat het populair was.
D
Omdat dit het enige geloof was.

Slide 4 - Quiz

Waarom werd het christendom verboden in het Romeinse Rijk?
A
Omdat het te populair werd.
B
Omdat je alleen de Romeinse goden mocht vereren.
C
Omdat de christenen de Romeinse keizer niet wilden vereren.
D
Omdat ze dat een raar geloof vonden.

Slide 5 - Quiz

Waar heeft keizer Constantijn voor gezorgd?

Slide 6 - Question ouverte

Lesdoelen 3.4
  • Je kunt uitleggen wat het begrip cultuur betekent.


  • Je kunt 3 dingen noemen waar je een cultuur aan herkent.

 

  • Je kunt uitleggen wat normen en waarden zijn.

Slide 7 - Diapositive

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 8 - Diapositive

Kijkopdracht bij cultuur

Cultuur: Wat een groep mensen vindt, doet en maakt. 


Opdracht:

  • Hoe reageren mensen op de presentator?


  • Waar is de presentator naar op zoek?




Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Normen en waarden

Wat is een norm?

  • Wat iemand gewoon (normaal) vindt.


Wat is een waarde?

  • Wat iemand belangrijk vindt

Slide 11 - Diapositive

Norm of waarde?
Bij een begroeting de handen schudden.
A
Norm
B
Waarde

Slide 12 - Quiz

Norm of waarde?
Mensen met respect behandelen
A
Norm
B
Waarde

Slide 13 - Quiz

Norm of waarde?
Iemand aankijken tijdens een gesprek.
A
Norm
B
Waarde

Slide 14 - Quiz

Norm of waarde?
Bidden voor het eten.
A
Norm
B
Waarde

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 3.4 blz. 110 t/m 115 opdr. 1, 2, 3, 5, 7, 11
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:

  • Alle blauwe opdr.
  • Test-Jezelf blz. 124 t/m 126
  • Topografie blz. 120, 121

Slide 16 - Diapositive

Evaluatie Lesdoelen 3.4
  • Je kunt uitleggen wat het begrip cultuur betekent.


  • Je kunt 3 dingen noemen waar je een cultuur aan herkent.

 

  • Je kunt uitleggen wat normen en waarden zijn.

Slide 17 - Diapositive