Start van het schooljaar

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

                 Lundi 9 septembre

Menu du jour:

> Vak Frans -> le cours de français

                 

> Wie ben ik? -> Qui suis-je?

> Wie ben jij? -> Qui es-tu?

> Wat weet jij al? -> Qu'est-ce que 

                                       tu sais?

Les objectifs

Ik weet heb ik nodig heb voor Frans.

Ik weet wat de verwachtingen zijn van mijn docent.

Ik maak kennis met Frans als schoolvak

Ik kan zeggen hoe ik heet.

Ik kan mijn leeftijd vertellen.

Ik kan vertellen waar ik woon.

Frans.... Wat neem je mee?

> Werkboek (LET OP! het A-boek!) / Laptop

> Schrift met lijntjes / Digitale notitie(schrift)

> Pen (blauw/zwart)

> Gekleurde pen (om na te kijken)

> Je goede humeur ;)

Wat verwacht ik?

> Wacht bij de deur tot ik aangeef dat je naar binnen mag.

> Elkaar bij de deur begroeten in het Frans.

> Bij binnenkomst: gelijk aan het werk!

> Je bent op tijd.

> Je hebt je spullen mee!

> Je komt voorbereid naar de les.

Wat kun je verwachten van mij!

> Je mag ALTIJD een vraag stellen (met vinger opsteken of loop naar me toe)

> Uitleggen vind ik echt leuk! Het is geven en nemen!

> Ik ben er echt voor je als je rekening met mij houdt! 

> Ik praat veel Frans in de les omdat ik geloof dat dit de beste manier is om een taal te leren!

> Ik vind niets raars en kan heel veel hebben. Zit jou iets dwars deel het aub met mij en wacht niet te lang!

Hoe oud ben ik? (vul alleen een cijfer in!)

Hoeveel kinderen heb ik?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoe oud is mijn oudste kind?

1. 15
2. 13
3. 18
4. 17

Wat zijn mijn hobby's?

1. Voyager et manger
2. Danser et manger
3. Voyager et danser
4. Nager et manger

In welk land ben ik op vakantie geweest?

1. België
2. Spanje
3. Frankrijk
4. Duitsland

Qui suis-je ?

-Je m'appelle Laetitia Dupart.

- J'ai 48 ans.

- J'habite à Alkmaar aux Pays-Bas.

Qui es-tu ?

-Je m'appelle ......

[sju maapel ...... ]

- J'ai  11/ 12/13 ans.

[sjee onz/doez/trez an]

- J'habite à .... aux Pays-Bas.

[sjaabiet aa ...... oo pee ba]

Menu du jour: Jeudi 12 septembre

> Tu te présentes

> wat weet ik al?

> Franse leenwoorden

Qui suis-je ?

-Je m'appelle Laetitia Dupart.

- J'ai 48 ans.

- J'habite à Alkmaar aux Pays-Bas.

Qui es-tu ?

-Je m'appelle ......

[sju maapel ...... ]

- J'ai  11/ 12/13 ans.

[sjee onz/doez/trez an]

- J'habite à .... aux Pays-Bas.

[sjaabiet aa ...... oo pee ba]

Menu du jour: vendredi 13 septembre

> Tu te présentes

> wat weet jij al? -> Qu'est-ce que tu sais?

> Franse leenwoorden 

Qui es-tu?

- Comment tu t'appelles?

- Tu as quel âge?

- Tu habites où?

Tu te présentes

Wat? Voer dit gesprekje met 3 klasgenoten

Hoe? Loop door het lokaal

Hoe lang? 2 minuut

Klaar? Ga op je plek zitten

Waarom? Om te oefenen met vragen stellen 

en jezelf voor te stellen.

Menu du jour: lundi 23 septembre 

> Tu te présentes

> Faire l'exercice "Franse leenwoorden"

> Faire un quiz sur le livre de français 

Objectifs: - ik kan mezelf voorstellen in het Frans

                    - ik kan vragen stellen in het Frans om iemand te leren kennen

                    - ik leer nieuwe Franse leenwoorden

                    - ik leer hoe ik mijn boek moet gebruiken

Qui es-tu?

> Comment tu t'appelles?

= hoe heet jij?

[koman tuu taapel]

> Tu as quel âge?

= hoe oud ben jij?

[tuu aa kel aasje]

> Tu habites où?

= Waar woon jij?

[tuu aabiet oe ]

Welke Franse woorden ken jij al?

Les mots français

Wat? Maak het stencil

Hoe? zelf of in tweetallen

Hoe lang? 20 minuten

Klaar? Maak een extra blaadje of leer de zinnen om je voor te stellen.

Objectifs? Om kennis te maken met de 

Franse taal.

Waar staat een overzicht van alle hoofdstukken met wat je gaat leren dit jaar? Antwoord in blz. nummers.

Wat zie je op bladzijdes 8 en 9?

Hoe heet hoofdstuk 1?

1. Moi et les autres
2. Mon Style
3. Bonjour!
4. Bon appétit

Wat betekent: Bonjour?

1. Tot ziens
2. Hallo
3. Welkom
4. De klas

Wat betekenen deze pictogrammen?

Achter in je boek vind je een woordenboek. Zoek het woord "maintenant" op en geef de vertaling.

Zoek de vertaling op van "la fin" en "le voisin".

Menu du jour: jeudi 26 septembre 

> Tu te présentes

> Faire un quiz sur le livre de français 

Objectifs: - ik kan mezelf voorstellen in het Frans

                    - ik kan vragen stellen in het Frans om iemand te leren kennen

                    - ik leer hoe ik mijn boek moet gebruiken

Qui es-tu?

> Comment tu t'appelles?

= hoe heet jij?

[koman tuu taapel]

> Tu as quel âge?

= hoe oud ben jij?

[tuu aa kel aasje]

> Tu habites où?

= Waar woon jij?

[tuu aabiet oe ]

Blader door hoofdstuk 3: de instructie bij de opdrachten staat in het Frans. Als je niet meer weet wat de instructie betekent is er een lijst met vertalingen. Op welke bladzijde staat deze lijst? Vul alleen een getal in!!

Wat moet je doen bij opdracht 12 op bladzijde 52 als er staat "écoute et choisis" (typ niet wat er tussen haakjes zit in jouw boek voor je antwoord)

Achterin je boek staat een kaart van Frankrijk. Welke plaatsen liggen NIET in Occitanie?

1. Tarbes, Toulouse, Montpellier
2. Marseille, Clermont-Ferrand, Bordeaux
3. Auch, Cahors, Mende
4. Nimes, Perpignan, Foix

Wat betekenen deze pictogrammen?

Achterin je boek staat een woordenboek. Geef de vertaling van "de computer".

Waar eindigt elk hoofdstuk mee?

1. Met extra leesopdrachten en extra grammatica
2. Projectopdrachten
3. Vocabulaire (woordjes om te leren)
4. Een kijkopdracht

In het boek staan QR-codes. Ga naar het kopje "apprendre" van hoofdstuk 1. Scan met je telefoon de bovenste QR-code. Wat kan je daarmee leren?

Wat vind je op bladzijdes 118 tot 122

Kijk op bladzijde 13 helemaal bovenaan.
Wat voor opdrachten ga je hier maken? (vul 1 woord in als antwoord)

Menu du jour: vendredi 27 septembre 

> Tu te présentes

> Le livre de français EN LIGNE

Objectifs: - ik kan mezelf voorstellen in het Frans

                    - ik kan vragen stellen in het Frans om iemand te leren kennen

                    - ik leer hoe ik mijn boek moet gebruiken

Qui es-tu?

> Comment tu t'appelles?

= hoe heet jij?

[koman tuu taapel]

> Tu as quel âge?

= hoe oud ben jij?

[tuu aa kel aasje]

> Tu habites où?

= Waar woon jij?

[tuu aabiet oe ]

DE ONLINE BOEK

We gaan ons nu verdiepen in de online boek.

- Ga naar Magister

- Ga naar leermiddelen

- Kies voor Libre Service