Dag 7 - Thema 10

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf - DAG 7
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woorden
Thema 10:  Regels en Straf - DAG 7

Slide 1 - Diapositive

Woorden van vandaag
  • de politie 
  • het probleem
  • de prullenbak
  • de reden
  • de regel
  • regelen

Slide 2 - Diapositive

de politie (znw)
  • een groep mensen die ervoor zorgen dat iedereen zich aan de wet houdt en dat het veilig is in het land

  • de politieagent - de politieagenten

  • Zin: De politie heeft mij geholpen toen ik een ongeluk had.
  • Zin: De politieagent gaf mij vanmorgen een boete voor te hard rijden.
37

Slide 3 - Diapositive

het probleem (znw)
  • een moeilijke situatie
  • iets wat je niet direct kan oplossen

  • het probleem - de problemen
  • het probleempje - de probleempjes

  • Zin: Ik ben mijn ov-chipkaart verloren en nu heb ik een probleem.
38

Slide 4 - Diapositive

de prullenbak (znw)
  • een bak om dingen in weg te gooien

  • de prullenbak - de prullenbakken

  • Zin: In de prullenbak gooit zij het afval. 
39

Slide 5 - Diapositive

de reden (znw)
  • je vertelt waarom je iets doet 

  • de reden - de redenen

  • Zin: De reden waarom ik te laat ben: ik had een afspraak.
40

Slide 6 - Diapositive

de regel (znw)
  • de afspraak
  • wat je mag of niet mag

  • de regel - de regels

  • Zin: Op school hebben we regels.
  • Zin: Ik vind deze nieuwe regel niet leuk.
41

Slide 7 - Diapositive

regelen (ww)
  • zorgen dat er iets gedaan wordt

  • TT - ik regel, jij regelt, wij regelen
  • VT - ik regelde, wij regelden
  • VTD - ik heb geregeld

  • Zin: Ik ga dat wel even regelen
  • Zin: Regel jij even dat iedereen naar sport gaat?
42

Slide 8 - Diapositive

... ......... zorgt ervoor dat iedereen zich aan de wet houdt en dat veilig is in het land.

37

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met het woord 'probleem'.
38

Slide 10 - Question ouverte

Ik moet van mijn docent mijn kauwgom in .... .............. gooien.
39

Slide 11 - Question ouverte

Je bent te laat op school.
Wat is een goede reden?
40

Slide 12 - Question ouverte

Wat is een regel in de klas?
timer
2:00
41

Slide 13 - Question ouverte

Een ander woord (synoniem) voor 'regel' ..........
41
A
zegsel
B
afspraak
C
vertellen
D
praatje

Slide 14 - Quiz

Wat betekent 'regelen'?
42
A
zorgen dat iets gebeurt
B
iets zeggen
C
je mag niks
D
veel keer

Slide 15 - Quiz