K1 leesvaardigheid les 1, 2, 9, 26, 57, 58, 65

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waarvoor is een titel bedoeld?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is de titel van dit nieuwsbericht?

Slide 5 - Diapositive

Vul in:

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Welk tussenkopje staat er in de tekst?

Slide 8 - Question ouverte

Waarom heeft de schrijver gekozen voor het tussenkopje 'vrouwtje'?

Slide 9 - Question ouverte

Je leest teksten in het Chinees. Je kunt de taal niet lezen. Hoe kan je de titel toch herkennen?
A
Het staat er altijd bij
B
Door de dikgedrukte, grote letters bovenaan
C
Dat kan niet. Je moet de taal kunnen begrijpen om te weten wat de titel is.

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Waarom gebruikt een schrijver alinea's?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Hoe zie je dat er een nieuwe alinea begint?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Hoeveel alinea's heeft de tekst op de volgende pagina?
A
3
B
4
C
5

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat is 'globaal lezen'?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Hoe is een tekst ingedeeld? Een tekst begint met een .... daarna de ... en eindigt met het ...

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Wat staat er in een inleiding?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Met welke 3 woorden begint de inleiding?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Met welke 3 woorden begint het slot?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Wanneer lees je zoekend?
A
Als je wilt weten waar de tekst over gaat
B
Als je het antwoord op een vraag wilt weten
C
Als je precies wilt weten waar de tekst over gaat

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Je wilt weten hoe duur een viandel is. Onder welk tussenkopje ga je lezen?

Slide 33 - Question ouverte

Les 57 & 58 bronnen 

Slide 34 - Diapositive

Wat zijn bronnen?

Slide 35 - Question ouverte

Bronnen moeten 'betrouwbaar' zijn als je ze wil gebruiken. Wat is betrouwbaar?

Slide 36 - Question ouverte

Slide 37 - Diapositive

Wanneer is een schrijver 'neutraal'?

Slide 38 - Question ouverte

De baas van Apple zet op Instagram dat de nieuwste iPhone 13 de beste ooit is.
A
Deskundig en neutraal
B
Wel neutraal en niet deskundig
C
Niet neutraal en wel deskundig
D
allebei niet

Slide 39 - Quiz

Waarom is de baas van de Apple dan deskundig?

Slide 40 - Question ouverte

Waarom is de baas van Apple niet neutraal?

Slide 41 - Question ouverte

Docent wiskunde: 'De rekenmachines van het merk Casio werken het fijnst.'
A
Wel betrouwbaar, niet deskundig
B
Niet betrouwbaar, wel deskundig
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 42 - Quiz

Wanneer is een bron betrouwbaar? (denk aan de 2 woorden)

Slide 43 - Question ouverte