taalontwikkeling

Taalontwikkeling
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taalontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

Doelen van de les
Je hebt kennis van taalontwikkeling en taalstimulering
Je kunt voorleesvaardigheden toepassen

Slide 2 - Diapositive

De eerste woordjes zegt een kind...
A
rond de 6 maanden
B
rond de 9 maanden
C
rond de 12 maanden
D
rond de 18 maanden

Slide 3 - Quiz

Taal is een onderdeel van de ... ontwikkeling
A
sociaal emotionele
B
sensomotorische
C
cognitieve

Slide 4 - Quiz

Het maken van de eerste spraakklanken wordt ... genoemd
A
brabbelen
B
vocaliseren

Slide 5 - Quiz

Twee woorden zinnen vinden plaats tussen de:
A
9 en 14 maanden
B
18 en 24 maanden

Slide 6 - Quiz

De fonetische ontwikkeling heeft te maken met:
A
de vijftig woorden grens
B
grammaticale regels
C
klanken
D
communicatieve ontwikkeling van taal

Slide 7 - Quiz

Echolalie is het onbewust imiteren van de klanken die het kind voor het laatst heeft gehoord
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Een ander woord voor fonetisch is klankontwikkeling
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

De vier taalontwikkelingsgebieden zijn:
fonoligisch aspect, semantisch aspect, syntactisch aspect en pragmatisch aspect
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Tussen de 3 en de 5 jaar is de klankontwikkeling voltooid
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

voortalige fase:
vroegtalige fase:
differentiatiefase:
Fase van voltooiing:
brabbelen
echolalie
letters tekenen
vijftigwoordengrens
1 woordzin
tweewoordenzin
kan met woorden emoties benoemen
zelf lezen
leert dat woorden een zin vormen
actief nadoen klanken en woorden

Slide 12 - Question de remorquage

Hoe kun je taal stimuleren in:
De voortalige fase? 0-1 jaar
De vroegtalige fase? 1-2 jaar
De differentiatiefase? 2-5 jaar
Fase van voltooiing? vanaf 5 jaar

Overleg in tweetallen en schrijf 2 punten op per fase
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Stimuleren van taal in de voortalige fase:
Laat verschillende gezichtsuitdrukkingen zien
Maak veel oogcontact met het kind

Slide 14 - Diapositive

In de vroegtalige fase:
Praat veel met het kind in duidelijke en correcte taal
Wijs dingen aan, benoem ze en laat het kind nazeggen
Lees het kind voor

Slide 15 - Diapositive

In de differentiatiefase:
Spreek gebeurtenissen van de dag door
Leer het kind om naar rijmpjes en liedjes te luisteren en zingen
Voer gesprekken over onderwerpen die voor het kind herkenbaar of interessant zijn
Corrigeer niet als sommige klanken/en of woorden nog te moeilijk zijn

Slide 16 - Diapositive

In de fase van voltooiing:
Oefen met leren lezen en spellen
Oefen met leren schrijven

Slide 17 - Diapositive

Voorlezen en vertellen
Waarom is lezen zo belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen?
Kun je voorbeelden noemen? Schrijf er eens twee op.

Slide 18 - Diapositive

Lezen:
Vergroot de woordenschat 
Verhoogt het concentratievermogen
Bevordert het ontdekken van samenhang tussen dingen en het bedenken van oplossingen
Stimuleert het vermogen tot vergelijken en waarnemen
Bevordert de creativiteit

Slide 19 - Diapositive

Voorlezen:
Heb je zelf al eens voorgelezen? 
Hoe had je dit tevoren voorbereid?
Wat is je opgevallen bij het voorlezen bij jouw doelgroep?
Hoe doet je begeleider dat? Hoe bereid die voor? Wat zie je?

Slide 20 - Diapositive

Noem een aantal verschillen tussen voorlezen voor een kindje in de voortalige/vroegtalige fase en een ouder kind

Slide 21 - Question ouverte

Verschillen bij de verschillende doelgroepen:
Belevingswereld
Doel
Taalgebruik
Illustraties
Culturen
Gebruiksvriendelijk

Slide 22 - Diapositive

Interactief voorlezen
Wie heeft hier weleens van gehoord?
Wat is het denk je?

Slide 23 - Diapositive

Interactief voorlezen is:
Luisteraars actief betrekken
Hoe: vragen stellen, illustraties beschrijven, vragen naar persoonlijke ervaringen
Praat na over het verhaal

Slide 24 - Diapositive

Hoe maak je voorlezen interessant? Wat zijn verschillende spreektechnieken die je kunt toepassen? Schrijf minimaal 2 op

Slide 25 - Question ouverte

Spreektechnieken
Articulatie
Volume
Tempo en tempowisselingen
Intonatie
Timbre, wat is dit?
Frasering, wat is dit?
Verbaal en non-verbaal contact

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Het boek zonder tekeningen
Welke spreektechnieken gebruikte hij tijdens het voorlezen?
Wat heb je gezien?
Wat vond je goed?
Wat zou je zelf anders doen?
Hoe had hij zich voorbereid denk je?

Slide 28 - Diapositive

Wat zijn aandachtspunten voor jou als voorlezer?
Wat voor dingen zou je tevoren moeten doen ter voorbereiding denk je?
Overleg met je buurman/buurvrouw en bedenk minimaal 3 punten

Slide 29 - Diapositive

Aandachtspunten:
Kies een verhaal dat je zelf ook mooi, leuk of interessant vindt
Lees het verhaal tevoren goed door
Zorg dat je zelf de betekenis kent van alle moeilijke/vreemde woorden en dat je ze goed kunt uitspreken
Zorg dat je de bedoeling van het verhaal kent

Slide 30 - Diapositive

Noem eens 1 ding die je nog niet wist en die je deze les hebt geleerd

Slide 31 - Question ouverte

Heb je voor je gevoel nu meer kennis over de taalontwikkeling van een kind?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Sondage