Uitleg to be going to

1 / 17
suivant
Slide 1: Vidéo
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat?

Iets van plan zijn in de toekomst

Toekomst = alles wat nog komen gaat

Slide 2 - Diapositive

Hoe?
  1. Kies uit am / are / is
  2. + going to
  3. + werkwoord

I am
You are
He is
She is
It is
We are
You are
They are

Slide 3 - Diapositive

To be going to (toekomst)

Dussssssssss ☺:


AM / ARE / IS (to be) + GOING TO + HELE WERKWOORD

Slide 4 - Diapositive

to be going to (schema)
lange vorm
korte vorm
+
bevestigende zinnen
I
You
He/She/It
We/You/They
am
are
is
are
'm
're
's
're


going to


watch TV.
-
ontkennende
zinnen
I
You
He/She/It
We/You/They
am not
are not
is not
are not
'm not
're not
's not
're not


going to


watch TV.
?
vragende 
zinnen
Am I
Are you
Is he/she/it
Are we/you/they


going to


watch TV ?

Slide 5 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord?

I ............ take the bus to school.
am going to

Slide 6 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord?

Tom ............ help you.
is going to

Slide 7 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord?

My mum ............ get a new car.
is going to

Slide 8 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord?

You ............ clean your room right now.
are going to

Slide 9 - Diapositive

Maak de zin ontkennend.
Wat is het juiste antwoord?

I ............ take the bus to school.
am not going to

Slide 10 - Diapositive

Maak de zin ontkennend.
Wat is het juiste antwoord?

Tom ............ help you.
is not going to

Slide 11 - Diapositive

Maak de zin ontkennend.
Wat is het juiste antwoord?

My mum ............ get a new car.
is not going to

Slide 12 - Diapositive

Maak de zin ontkennend.
Wat is het juiste antwoord?

You ............ clean your room right now.
are not going to

Slide 13 - Diapositive

Maak de zin vragend.
Wat is het juiste antwoord?

..... I ............ take the bus to school?
Am
going to 

Slide 14 - Diapositive

Maak de zin vragend.
Wat is het juiste antwoord?

..... Tom ............ help you?
Is
going to 

Slide 15 - Diapositive

Maak de zin vragend.
Wat is het juiste antwoord?

..... my mum............ get a new car?
Is
going to 

Slide 16 - Diapositive

Maak de zin vragend.
Wat is het juiste antwoord?

..... you............ clean your room right now?
Are
going to 

Slide 17 - Diapositive