5.2 Het leven van de slaven?

5.2 Het leven van de slaven 
1KGT
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

5.2 Het leven van de slaven 
1KGT

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen? 

Slide 2 - Diapositive

Met welke handel werd Nederland rijk tijdens de Gouden Eeuw ?
A
Specerijen
B
Graan
C
Tulpen
D
Klompen

Slide 3 - Quiz

Wat is een stapelmarkt?
A
Een markt die één keer per jaar gehouden werd.
B
Een plaats waar goederen werden opgeslagen om vervolgens verkocht te worden.
C
Een plaats waar veel goederen opgeslagen liggen.
D
Een plaats waar veel handelaren hun goederen kopen.

Slide 4 - Quiz

VOC
WIC
Slaven
Specerijen

Slide 5 - Question de remorquage

Leg uit wat we bedoelen met de driehoekshandel

Slide 6 - Question ouverte

Bekijk de afbeelding over de driehoekshandel. 
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Slaven
Koffie, katoen en suiker.
Vuurwapens, buskruit, textiel.

Slide 7 - Question de remorquage

Wat weet jij over slavernij?
Slavernij

Slide 8 - Carte mentale

Hoe werd je slaaf? 
Hoe werd je slaaf? Sommige Afrikanen raakten door schulden of in een oorlog hun vrijheid kwijt. Toen de vraag naar slaven toenam, werden mensen ook tijdens rooftochten tot slaaf gemaakt. Afrikaanse slavenhandelaren brachten de slaven naar de Europese forten aan de kust, zoals Elmina.

Slide 9 - Diapositive

Hoe werd je slaaf?

Slide 10 - Question ouverte

Het leven van slaven? 
Per schip werden de slaven naar slavenmarkten in Amerika gebracht. De slavenschepen waren vaak overvol; de hygiëne en het voedsel waren slecht. Slaven werden vastgeketend. Eén op de acht stierf.
Op de slavenmarkt werden de slaven gekocht door plantagehouders. De slaven woonden de rest van hun leven op een plantage. Wie niet hard genoeg werkte, werd mishandeld.
De slaven probeerden zich te verzetten. Dat deden ze bijvoorbeeld door de oogst te vernielen of hun eigen cultuur te behouden, zoals hun taal of geloof. Het lukte slaven soms om weg te lopen. Er waren ook slavenopstanden. Die werden bijna altijd met geweld onderdrukt.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

De nieuwe slaveneigenaar wilde heel duidelijk laten weten dat de slaaf nu van hem
was. Hoe deed hij dat?
A
De slaaf kreeg speciale kleding aan
B
De slaaf kreeg een teken op zijn huid gebrand
C
Bij de slaaf werden de haren afgeschoren
D
De slaaf kreeg een nieuwe naam

Slide 15 - Quiz

Wat is een marron?
A
Een bewaker van de plantage
B
Een stamhoofd uit Afrika
C
De eigenaar van een plantage
D
Een ontsnapte slaaf verborgen in het oerwoud

Slide 16 - Quiz

Waarom wordt de slavernij ook wel een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis genoemd?

Slide 17 - Question ouverte

Huiswerk 
Pagina 77 t/m 83
Maken vraag 1 t/m 11 

Slide 18 - Diapositive


Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Hoe zie je slavernij terug op het schilderij? Wat was het doel van het schilderij?

Slide 21 - Question ouverte