Je bent snel als je een GROTE afstand aflegt in WEINIG tijd.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2
Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Snelheid
is de afstand die je aflegt in een bepaalde tijd.
Je bent snel als je een GROTE afstand aflegt in WEINIG tijd.
Slide 1 - Diapositive
Eenheid
Als je zegt ik rijd 100 dan bedoel je eigenlijk dat je 100 kilometer aflegt per uur.
Je moet eigenlijk zeggen ik rijd: 100 km per uur = 100 km/h
Als je stevig doorwandelt loop je ongeveer 5 km/h
km/h
Slide 2 - Diapositive
Eenheid
Je kunt het ook hebben over meters die je aflegt per seconde. Je schrijft dan m/s.
Als je 5 km/h wandelt dan is dat
1,4 m/s.
1 meter
Slide 3 - Diapositive
Gemiddelde snelheid
Snelheid = V
Afstand = S
Tijd = T
Slide 4 - Diapositive
Reactietijd
De tijd die je nodig hebt voordat je remt
De afstand die je in de reactietijd aflegt
Reactieafstand
Slide 5 - Diapositive
Remweg
De afstand die tijdens het remmen wordt afgelegd.
Slide 6 - Diapositive
Remweg
Afhankelijk van:
-snelheid
-remkracht
-oppervlak wegdek
-weersomstandigheden
-profiel van de banden
-gewicht van het voertuig
Slide 7 - Diapositive
Stopafstand
is de totale afstand die je nodig hebt om tot stilstand te komen. Die bereken je door de reactieafstand (voordat je begint met remmen) en de remweg bij elkaar op te tellen:
stopafstand =
reactieafstand + remweg
Rijd je sneller dan wordt je stopafstand groter. Je remweg is langer en je reactie afstand groter.