4.1 Waarnemen

Waarnemen en Reageren
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Waarnemen en Reageren

Slide 1 - Diapositive

Prikkel-zintuig
Prikkels= waar een zintuig op reageert
    Inwendige prikkels: in je lichaam
    Uitwendige prikkels: buiten je lichaam

Elk zintuig reageert op één soort prikkel= de adequate prikkel

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 4 - Diapositive

Zintuig-hersenen
Een zintuig zet een prikkel om in een zwak elektrisch stroompje = impuls

Impuls gaat via de zenuwen, via het ruggenmerg, naar de hersenen





Slide 5 - Diapositive


Prikkel-> Zintuigcellen in je oog-> 
Impuls-> Hersenen->
  Impuls-> armspier 

Slide 6 - Diapositive

Worden alle prikkels doorgegeven?
Drempelwaarde: de minimale sterkte van een prikkel waar een zintuig op reageert
   (bijv. iemand die te ver weg praat, hoor je niet)
Motivatie: door heel aandachtig te luisteren verlaag je de drempelwaarde

Gewenning: als een prikkel lang duurt, dan reageert 
een zintuig niet meer (bijv. je voelt niet je kleding de 
hele dag)

Slide 7 - Diapositive

Wat voor prikkels zijn dorst en geluid?
A
Dorst een inwendige en geluid een uitwendige
B
Dorst een uitwendige en geluid een inwendige
C
Beide zijn inwendige prikkels
D
Beide zijn uitwendige prikkels

Slide 8 - Quiz

Wanneer wordt je pupil groter?
A
In het donker
B
In het licht
C
Als je iets dichtbij scherp wilt zien
D
Als je iets veraf scherp wilt zien

Slide 9 - Quiz

Welk onderdeel van je oog kan verschillende kleuren hebben:
A
Oogbol.
B
Hoornvlies.
C
Iris.
D
Pupil.

Slide 10 - Quiz

In de tekening hiernaast zie je een doorsnede van een oog.
De onderdelen van het oog zijn genummerd.
Hoe heet nummer 6?
A
Glasachtig lichaam
B
Iris
C
Pupil
D
Lens

Slide 11 - Quiz

Zet in de juiste volgorde!
hersenen
zenuw
impuls
zintuig
prikkel
waarneming

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is een reflex?
A
Als er altijd dezelfde reactie volg op een bepaalde prikkel
B
Na verloop van tijd volgt er geen reactie op een bepaalde prikkel
C
Een stapeling van prikkels waar je een vaste reactie op hebt

Slide 13 - Quiz

Hoe noemen we de groep waar de volgende stoffen bij horen:
adrenaline, oestrogeen, glucagon

A
Prikkels
B
Impulsen
C
Voedingsstoffen
D
Hormonen

Slide 14 - Quiz

Testosteron is het mannelijk geslachtshormoon. Door welke hormoonklier wordt testosteron gemaakt?

A
Penis
B
Eierstokken
C
Hypofyse
D
Zaadballen

Slide 15 - Quiz

Zintuigen
  • Zien
  • Proeven
  • Ruiken
  • Horen
  • Voelen
  1. Warmtezintuig
  2. Koudezintuig
  3. Tastzintuig
  4. Pijnzintuig

Slide 16 - Diapositive

Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?
A
Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
B
Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
C
Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
D
Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde

Slide 17 - Quiz

Als je in deze flat woont, hoor je het verkeer op een gegeven moment niet meer. Hoe komt dat?
A
Drempelwaarde is te hoog
B
Er ontstaat gewenning
C
Motivatie om het te horen is te laag
D
Zintuig wordt slechter

Slide 18 - Quiz

Zet in de juiste volgorde!
hersenen
zenuw
impuls
zintuig
prikkel
waarneming

Slide 19 - Question de remorquage

Verdieping Zintuigen
Verdieping Zintuigen

Slide 20 - Diapositive