TH2 - periode 3 - Economische Geografie

ECONOMISCHE ONTWIKKELING

DE WERELD VAN HOOFDSTUK 3
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

ECONOMISCHE ONTWIKKELING

DE WERELD VAN HOOFDSTUK 3

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al van de haven van Rotterdam?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Par 2: Ruimte voor de landbouw
Leerdoelen:
- Ik kan uitleggen waarom specialisatie leidt tot een groei in landbouwopbrengst.
- Ik kan minimaal 3 gevolgen noemen van veranderingen in de landbouw wereldwijd.

Slide 10 - Diapositive

gewassen in broeikassen (tuinbouw)
veeteelt
akkerbouw

Slide 11 - Diapositive

Voedsel is het allerbelangrijkste probleem in de wereld. Wat vind jij?

Slide 12 - Question ouverte

Specialisatie in de landbouw
  1. Wil je de landbouw winstgevend houden moet je erg veel geld investeren in relatief dure machines. 
  2. Daarom kiezen mensen voor het investeren in één soort landbouw; bijvoorbeeld melkveehouderij. 
  3. Soorten landbouw: 
    - Akkerbouw                 - Tuinbouw
    - Veeteelt                       - Bosbouw

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Hoe is de landbouwopbrengst vooruitgegaan ten opzichte van vroeger?

Slide 15 - Question ouverte

Paragraaf 3: Industrie

Slide 16 - Diapositive

Noem het eerste woord
wat bij je opkomt bij het
horen van het woord "industrie"

Slide 17 - Carte mentale

Herhaling van begrippentoets:
Wat is het verschil tussen lichte en zware industrie?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Wat is infrastructuur en waarom is dit heel handig voor de economie?

Slide 20 - Question ouverte

hoogovens
petrochemie
machine fabriek
textiel industrie
lichte industrie

Slide 21 - Diapositive

Vestigingsfactoren:
1) Arbeid  (arbeidsmarkt)
2) Ruimte voor het bedrijf
3) Grondstoffen
4) Infrastructuur
5) Afzetmarkt

Slide 22 - Diapositive

Als je kijkt naar de vestigingsfactoren waarom is het dan handig om naar armere landen uit te wijken met je bedrijf?

Slide 23 - Question ouverte

SEZ
Speciaal Economische Zone

Vestigingsplaatsvoordelen:

- goedkope arbeidskrachten
- aanwezigheid  infrastructuur
- geen handelsbelemmeringen
- goedkope productiekosten

Slide 24 - Diapositive

H3.4 Ruimte voor diensten
Leerdoelen:
- je weet wat de dienstensector inhoudt en waar je die vindt
- je weet wat de relatie is tussen de economische ontwikkeling van een land en de ontwikkeling van de dienstensector

Slide 25 - Diapositive

Noem eens een beroep dat
volgens jou in de dienstensector
valt.

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

  1. Wat zijn diensten die niet gericht zijn op het maken van winst?
  2. Welke provincie heeft de meeste mensen werkzaam in de landbouw?
  3. In welke provincie is het percentage diensten niet gericht op het maken van winst, groter dan het percentage wél gericht op het maken van winst?
  4. In welke provincies ligt de Randstad?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Locatiefactoren industrie
Locatiefactoren diensten
toegang tot klanten
aanwezigheid grondstoffen
goedkope arbeiders
goede infrastructuur
voldoende geschikt personeel
ruimte
afzetmarkt
aanwezigheid andere instellingen en bedrijven
behulpzame overheid

Slide 33 - Question de remorquage

Globalisering

Slide 34 - Diapositive

Paragraaf 7 gaat over 'Globalisering'.
Weet iemand al in eigen woorden uit te leggen wat dat woord betekent?

Slide 35 - Question ouverte

Slide 36 - Diapositive

Bij jou thuis zijn genoeg voorbeelden te vinden van groeiende globalisering.
Noem er eens 3!

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Vidéo

Begrippen ingezoomd op een bedrijf.
Multinational = internationale onderneming (bedrijf met vestigingen over de hele wereld)

Globalisering = onderneming werken steeds meer internationaal

Lagelonenland = land met goedkope arbeidskrachten

VB. China exporteerd veel producten en heeft een enorme afzetmarkt.

Slide 39 - Diapositive

Kun jij een economisch voordeel noemen van globalisering?

Slide 40 - Question ouverte

Kun jij een economisch nadeel noemen van globalisering?

Slide 41 - Question ouverte