Fase 2.2B Taal, schrijven van correspondentie (formeel en informeel)

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom allemaal

- telefoon weg

- pak een pen 

- hoe ziet de les eruit

- wat doe je als je klaar bent

         Fase 2                                                        

Formeel

en

Informeel

taalgebruik 

Doelen:

- Ik kan het verschil benoemen & toepassen tussen informeel en formeel  taalgebruik.

- Ik kan een formeel briefje schrijven aan een ander.

Wat betekent het woord formeel?

Formeel

- Je schrijft dan een bericht (e-mail, whatsapp, briefje) zoals het      hoort, volgens de regels.

- Beleefd en netjes (u, mevrouw/meneer)

Wanneer schrijf je een formeel bericht?

Gebruik je in officiële situaties, als mensen ouder zijn dan jij of bij mensen die je niet kent of net hebt ontmoet 

Bijvoorbeeld: je baas, je stagebegeleider, een politieagent

In welke situaties schrijf je een formeel bericht?

1. Als ik mijn baas iets wil vragen over het rooster
2. Als ik mijn beste vriend wil vragen om naar buiten te gaan
3. Als ik mijn moeder wil vragen wat we vanavond eten
4. Als ik de gemeente mail omdat de voetbaldoeltjes kapot zijn

Wat betekent het woord informeel?

Informeel

- Je schrijft dan een bericht (e-mail, whatsapp of briefje), dit hoeft niet volgens de regels

Wanneer schrijf je een informeel bericht?

Gebruik je als je met bekenden praat en in dagelijkse situaties

Bijvoorbeeld: Vrienden, familie of klasgenoten

In welke situaties schrijf je een informeel bericht?

1. Als ik mijn baas iets wil vragen over het rooster
2. Als ik mijn beste vriend wil vragen om naar buiten te gaan
3. Als ik de groep of thuis wil vragen wat we vanavond eten
4. Als ik een bericht stuur naar mijn ouders

Oefenen maar.. 

Bij de volgende opdrachten krijg je telkens een zin te zien. Aan jou de vraag of dit een formele of informele zin is 

'Ik mail je straks wel'

1. Formeel
2. Informeel

'Mevrouw kunt u mij even helpen?'

1. Formeel
2. Informeel

'Ik zou graag willen solliciteren bij uw bedrijf'

1. Formeel
2. Informeel

'Kun je me vertellen welke dagen ik op school moet zijn'

1. Formeel
2. Informeel

Nog meer oefenen

Bij de volgende opdrachten staan steeds personen. Geef aan of je hier een formeel of informeel bericht naar moet sturen. 

Je neefje

1. Formeel
2. Informeel

De burgemeester

1. Formeel
2. Informeel

Politieagent

1. Formeel
2. Informeel

Een volwassene die je niet goed kent

1. Formeel
2. Informeel

Een nieuwe klasgenoot

1. Formeel
2. Informeel

Je collega op het werk

1. Formeel
2. Informeel

Aan de slag 

Nog even herhalen 

Formeel bericht schrijven

- Je gebruikt 'u' 

- Je spreekt iemand aan met mevrouw / meneer

Informeel bericht schrijven

- Je gebruikt 'je' of 'jij' 

- Je spreekt iemand aan met de voornaam

Wat moet je doen?

Maken opdrachten die ik uitdeel.

Als je klaar bent, lever je je werk bij mij in.

Ga in stilte iets voor jezelf doen als de timer nog niet is afgelopen! 

Wat heb je geleerd?

Wat vind je nog lastig?

Einde van de les