vrijdag 4 november

• ANT2+
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Vrijdag 28 oktober 2022

08.30 - 09.10 uur inloop Lezen in je eigen boek	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.10- 10.10 uur Rekenen - meneer Antoon	12.40 - 14.20 uur Beeldende Vorming-Kunst
10.10 - 10.30 uur Pauze
10.30 - 11.20 uur Woordenschat - Thema Film
11.20 -11.45 uur Jeugdjournaal kijken van de ochtend
11.45-12.10 Disk zelfstandig werken thema 'Film"

Inloop

Lezen in je eigen boek

Probeer dit te doen zonder te praten.

Rekenen

Je werkt in je werkboek.

In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Pauze

    Pauze 

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

uitnodigen

• iemand vragen om te komen
• iemand vragen om je gast te zijn
• deelbaar werkwoord: ik nodig uit, hij nodigt uit, wij nodigen uit.
• Zin: Mijn vader en moeder nodigen mijn opa en oma  uit voor de thee. 
• Zin: Ik wil jou uitnodigen voor mijn verjaardag.

het verhaal 

• iets wat iemand vertelt of schrijft over wat hij heeft meegemaakt of bedacht
•  Zin: Mijn broer leest mijn kleine zusje een verhaal voor.
  
• Zin: Het verhaal gaat over twee kleine eendjes.

voetballen

• de sport voetbal spelen
• een teamsport 
• Zin: Mulugeta wil elke dag voetballen. 
• Zin: Voetballen is de meest gespeelde  sport ter wereld.

de volwassene

• iemand die klaar is met groeien 
• onafhankelijk zijn
• Zin: De  volwassenen mogen voor zich zelf beslissen. 
• Zin: Als je in Nederland 18 jaar bent, ben je volwassen.

voorlezen

• een tekst lezen en de woorden uitspreken, zodat iemand anders ze kan horen
• teksten
• Zin: De kinderen vinden voorlezen voor het slapen gaan erg fijn. 

ik vind voetballen leuk

Waar wordt het woord
uitnodigen
goed geschreven?

1. Ik uitnodigen mijn vrienden voor mijn feestje
2. Hij nodig zijn broer uit voor een spelletje voetbal.
3. Mijn ouders nodigen mijn tante uit om koffie te komen drinken.

Waar wordt het woord
voorlezen
goed gebruikt?

1. Voorlees jij mijn zusje?
2. Ik vind voorlezen leuk, ik lees graag.
3. Mijn moeder lees de brief voor van mijn oma.

Waar wordt het woord
de volwassene
goed gebruikt?

1. Die mevrouw is een volwassene.
2. Als je 15 jaar bent, ben je een volwassene.
3. Volwasene mensen mogen zelf beslissen.

Maak een zin met het woord:
het verhaal

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

In de klas gaat de docent een boek ....................................

Mesi is heel bekend, ............................ kan hij als de beste.

Wij zullen jou ........................... voor een gesprek.

Het kind vraagt aan ..... ......................... of hij een snoepje mag.

De buurman vertelt ...... .................... over zijn hond.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.

De woorden: uitnodigen, het verhaal, de volwassene, voetballen en voorlezen.

Jeugdjournaal 

We kijken en luisteren naar het Jeugdjournaal, tussendoor stelt de docent vragen waar het over gaat.

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Kennismaken

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Pauze

    Pauze