12.3 Eigenschappen van polymeren

12.3 Structuur en eigenschappen  
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

12.3 Structuur en eigenschappen  

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor bestraling van het hoofd-halsgebied krijg je als patient een kunststof masker aangemeten. Na verwarmen in een waterbad wordt het masker vervormbaar. Daarna wordt het over het hoofd heen getrokken en in model gebracht. 
Bestralingsmasker

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
  • Vragen uit 12.2?
  • Thermoplasten / thermoharders

  • Vraag 
  • De eigenschappen
  • Maak 25 t/m 32

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort polymeer is het?
additiepolymeer
polyamide
polyester

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de monomeren in de juiste volgorde. 
Wie reageert met wie en in welke volgorde?
polymeer

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

We weten hoe polymeren op microniveau gevormd kunnen worden.
Hoe weet je wat de eigenschappen van dat materiaal zijn?

Sommige zijn namelijk hard en anderen zacht, maar dat zie je niet op macroschaal.  
Verklaring van macroniveau naar microniveau

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thermoharders
Macroniveau
Thermoharders zijn polymeren die bij verwarmen hard blijven. Ze worden minder gebruikt dan thermoplasten, omdat ze moeilijker te produceren zijn en slecht recyclebaar. Ze worden onder andere gebruikt in:
  • handvaten van pannen
  • dobbelstenen 

MESONIVEAU:
Ze hebben 'crosslinks' tussen de ketens

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thermoplasten 
Macroniveau
Thermoplasten zijn polymeren die bij verwarmen zacht en buigzaam worden. Ze worden gebruikt bij:
  • schuim
  • folie
  • buizen
  • kabel
  • vezels
  • kunstglas

MESONIVEAU
Ze hebben lineaire en vertakte polymeerketens.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Thermoplast vs. thermoharder
mesoniveau

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Demo bakeliet maken
Als je op microniveau kijkt, is dit dan een thermoharder of een thermoplast? 
Wat kan je zeggen wanneer de temperatuur verhoogd wordt? 

Slide 10 - Diapositive

Thermohard of thermoplast? 
Thermoharders 
MACRONIVEAU
Thermoharder smelt/vervormt niet, maar ontleedt bij verhitten
MICRONIVEAU
netwerkstructuur: de polymeerketens zijn onderling verbonden met atoombindingen (crosslinks)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou een thermoplast doen bij verwarmen?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Thermoplast
  • lange losse moleculen
  • moleculen komen los van elkaar bij verwarmen
  • thermoplast vervormt bij verwarmen--> je kunt ze in een mal spuiten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit surfboard is gerecycled uit oude plastic flessen. Is dit nu een thermoplast of een thermoharder?
A
thermoplast
B
thermoharder

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Polymeren verwerken
Thermoplasten:
  • Extruderen
  • Spuitgieten
  • Blaasgieten

Thermoharders:
  • Polymeriseren in een mal

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Extruderen
  • Onder druk wordt gesmolten thermoplast (granulaat, 1) door een spuitmond (2) geperst.
  • Bij afkoelen (4 e.v.) wordt de thermoplast harder en is de vorm verkregen.
  • Meestal productie van lange draden.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spuitgieten
  • Zelfde principe als extruderen, maar er wordt gebruik gemaakt van een mal/matrijs voor diverse voorwerpen.
  • Alleen voor thermoplasten.

Granulaat

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Blaasgieten
  • Gesmolten thermoplast wordt in juiste vorm geblazen.
  • Bijv. plastic flesjes.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verwerking thermoharders
  • Voorgaande technieken zijn alleen toepasbaar op thermoplasten.

  • Thermoharders smelten niet, dus andere productiemethode;
    Een thermoharder wordt geproduceerd door in een mal de polymerisatie uit te voeren: in de mal wordt het polymeer hard.
    Er wordt ook een harder toegevoegd, zodat voor veel crosslinks.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eigenschappen
  • Thermoplasten en -harders hebben verschillende eigenschappen.
  • Aan thermoplasten kan nog weekmaker worden toegevoegd, voor meer flexibiliteit.
  • De ketenlengte van polymeren kan variëren afhankelijk van de gewenste eigenschappen.
  • Bij thermoharders kan gevarieerd worden in het aantal crosslinks: hoe meer crosslinks, hoe harder het materiaal.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ketenlengte 
Als de ketenlengte toeneemt, wordt polyetheen stijver en sterker. Waardoor? 



Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ketenlengte 
Als de ketenlengte toeneemt, wordt polyetheen stijver en sterker. Waardoor? 


Meer verstrengelingen, hoe minder makkelijk ze langs elkaar glijden. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekmakers
Door het toevoegen van een weekmaker (plasticizer in het Engels) wordt een kunststof zachter.
  
De moleculen van de weekmaker bevinden zich tussen de polymeerketens waardoor de vanderwaalskrachten tussen de ketens afnemen.

Thermoplast of thermoharder?

Slide 23 - Diapositive

Analogie met opgeloste stoffen in water: verminderen van het aantal H-bruggen
UV-stabilisatoren
  • Depolymerisatie: Polymeerketens vallen uiteen in kortere eenheden (C-C bindingen verbreken) --> materiaal wordt bros
  • Dubbele bindingen in de polymeer? Crosslink vorming!
  • Polymeren kunnen hard worden
  • Rubbers worden bros
  • UV stabilisator: Voorkomen van depolymerisatie door uv-licht.


Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

om een thermoharder te kunnen vormen moeten er minimaal 3 reactieve groepen in het monomeer aanwezig zijn. Alleen dan kunnen er crosslinks gevormd worden

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
12.2 -> H: 25
B: 19 t/m 24, 27 en 28
V: 26

12.3 -> H: 34
B: 29 t/m 33, 35, 36, 38
V: 37

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions