H7: verbanden - 4BBL/4KBL

Verbanden 4BBL/4KBL
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verbanden 4BBL/4KBL

Slide 1 - Diapositive

Een lineaire grafiek is een ... lijn
A
rode
B
rechte
C
gebogen
D
kronkel

Slide 2 - Quiz

Hoort de tabel hiernaast bij een lineaire lijn of een gebogen grafiek?
Leg uit waarom.

Slide 3 - Question ouverte

Welke bewering is juist?
A
De grafiek is lineair
B
De grafiek stijgt steeds sneller
C
De grafiek stijgt eerst en daalt daarna
D
De grafiek stijgt steeds langzamer

Slide 4 - Quiz

Schrijft de formule op die hoort bij de grafiek hiernaast.

Slide 5 - Question ouverte

Schrijft de formule op die hoort bij de grafiek hiernaast.

Slide 6 - Question ouverte

Het daalgetal is...?
A
10
B
40
C
0,25
D
4

Slide 7 - Quiz

Schrijft de formule op die hoort bij de grafiek hiernaast. bereken eerst het stijggetal.

Slide 8 - Question ouverte

Welke formule hoort bij de tabel?
Laat zien hoe je aan je antwoord komt.

Slide 9 - Question ouverte

Schrijft de formule op die hoort bij de tabel hiernaast.

Slide 10 - Question ouverte

Met de formule hiernaast kan Simon zijn spaargeld berekenen. Hoeveel euro heeft hij na 30 weken?

Slide 11 - Question ouverte

Na hoeveel weken heeft Simon €225,- gespaard?

Slide 12 - Question ouverte

Gebogen grafieken

Slide 13 - Diapositive

Welke bewering is juist?
A
Bij een lineair verband hoort een gebogen grafiek
B
Een gebogen grafiek teken je met een liniaal
C
Een gebogen grafiek noemen we ook wel een vloeiende kromme
D
Bij een gebogen grafiek hoort een tabel met regelmaat

Slide 14 - Quiz

Maak de som hiernaast.

Slide 15 - Question ouverte

Bij welk verband hoort de formule hiernaast?
A
Lineair verband
B
wortelverband
C
kwadratisch verband
D
machtsverband

Slide 16 - Quiz

Hoe hoog is de kaars?
A
20 cm
B
4 cm
C
16 cm
D
24 cm

Slide 17 - Quiz

Bereken de lengte als de brandtijd 5 uur is.

Slide 18 - Question ouverte

Na hoeveel hele uren heeft de kaars een lengte van ongeveer 10 cm?

Slide 19 - Question ouverte

Na hoeveel hele uren is de kaars volledig opgebrand?

Slide 20 - Question ouverte

Hoeveel meter is de remweg bij een snelheid van 40 km/uur? Rond af op 1 decimaal.

Slide 21 - Question ouverte

Als je snelheid 2 keer zo groot is, is je remweg 2 keer zo lang. Laat zien of deze bewering juist is.

Slide 22 - Question ouverte

alleen KBL 
BBL gaat aan het werk met de planner

Slide 23 - Diapositive

Bij welk verband hoort de formule hiernaast?
A
kwadratisch verband
B
omgekeerd evenredig verband
C
machtsverband
D
periodiek verband

Slide 24 - Quiz

Hoort hier een bergparabool of een dalparabool bij?

Waar kan je dit aan zien?

Slide 25 - Question ouverte

A = veilige afstand in meters
v = snelheid in km/uur

Wat is een veilige afstand bij een snelheid van 50 km/uur?

Slide 26 - Question ouverte

Bij welk verband hoort de formule hiernaast?
A
kwadratisch verband
B
omgekeerd evenredig verband
C
machtsverband
D
periodiek verband

Slide 27 - Quiz

opgave 89:
Een voetbal heeft een diameter van 2,2 dm. Bereken de inhoud van die voetbal.

Slide 28 - Question ouverte

opgave 90:
Hoeveel centimeter is de diameter van een bol met een inhoud van 10 liter?
rond af op hele centimeters.

Slide 29 - Question ouverte

Bij welk verband hoort de formule hiernaast?
A
kwadratisch verband
B
omgekeerd evenredig verband
C
machtsverband
D
periodiek verband

Slide 30 - Quiz

B = bedrag per persoon
a = aantal personen

Hoeveel betaald ieder als je met 7 personen bent.

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

Kwadratisch verband
Machts - verband
omgekeerd evenredig verband
periodiek verband

Slide 33 - Question de remorquage

exponentieel verband - 4KBL

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive


Slide 36 - Question ouverte

Met hoeveel procent neemt het bedrag jaarlijks toe?

Slide 37 - Question ouverte

Hoeveel is het bedrag na 10 jaar sparen?

Slide 38 - Question ouverte

Na hoeveel jaar staat er voor het eerst het dubbele op de spaarrekening?
Rond af op hele jaren.

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Vidéo

Maak de formule bij de situatie hiernaast.

Slide 43 - Question ouverte

Maak de formule bij de situatie hiernaast.

Slide 44 - Question ouverte

Maak

Slide 45 - Question ouverte