Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
P4Les13 15-06 resumen unidad 1
BIENVENIDOS
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
BIENVENIDOS
Slide 1 - Diapositive
La planificación de esta semana
Martes
Repetir unidad 1
Jueves
Repetir unidad 2
Slide 2 - Diapositive
Hij is geweest
A
ha estado
B
has estado
C
ha ido
D
has ido
Slide 3 - Quiz
Zij hebben gestudeerd
A
ha estudiado
B
hemos estudiado
C
han estudiado
D
habéis estudiado
Slide 4 - Quiz
Mis padres ........... un correo electrónic
A
hemos escribido
B
habéis escrito
C
han escribido
D
han escrito
Slide 5 - Quiz
Ik heb gezegd
A
decido
B
he decido
C
dicho
D
he dicho
Slide 6 - Quiz
Hij heeft zich gedoucht
A
ha duchado
B
ha se duchado
C
ha douchadose
D
se ha duchado
Slide 7 - Quiz
Welk signaalwoord hoort niet bij de pretérito perfecto
A
esta mañana
B
pasado mañana
C
este mes
D
hoy
Slide 8 - Quiz
jullie zijn opgestaan
A
os habéis levantado
B
nos habéis levantado
C
se habéis levantado
D
habéis levantado
Slide 9 - Quiz
Met .......... praat je over de toekomst
A
presente
B
Ir a + infinitivo
C
Perfecto
D
Estar + gerundio
Slide 10 - Quiz
Met .......... praat je over iets dat je op dit moment aan het doen bent.
A
presente
B
Ir a + infinitivo
C
Perfecto
D
Estar + gerundio
Slide 11 - Quiz
Met .......... praat je over iets dat al is gebeurd
A
presente
B
Ir a + infinitivo
C
Perfecto
D
Estar + gerundio
Slide 12 - Quiz
El pretérito perfecto
Regelmatige werkwoorden
Slide 13 - Diapositive
El paticipio = het voltooid deelwoord
¿Cómo se forma el participio?
Slide 14 - Diapositive
Los participios irregulares
ver visto
hacer hecho
poner puesto
ser sido
decir dicho
escribir escrito
Let op deze onregelmatige vormen. Veel mensen hadden dit fout op de toets.
Slide 15 - Diapositive
¿Cuándo se usa el pretérito perfecto?
Slide 16 - Diapositive
ejemplos
Hoy hemos hablado mucho español
Esta semana he ido a Ámsterdam
Este fin de semana ha visto una película en el cine
He viajado mucho en mi vida
Has dicho que no comprendes esta frase
Nunca he visitado este museo
He estado dos veces en América
Slide 17 - Diapositive
El pretérito perfecto con verbos reflexibos
Slide 18 - Diapositive
El pretérito perfecto con verbos reflexibos
Levantarse
Este fin de semana
me he levantado
muy temprano
Acostarse
Esta semana
me he acostado
muy tarde
Eventueel kun je de video nog een keer bekijken op de volgende página.
Slide 19 - Diapositive
Gramática
Met
ir a + infinitivo
praat je over de toekomst.
Met
estar + gerundio
praat je over iets dat nog aan de gang is.
Met de
pretérito perfecto
praat je over iets in het verleden.
Slide 20 - Diapositive
0
Slide 21 - Vidéo
Estamos en .......... clase
A
el mismo
B
la misma
C
los mismos
D
las mismas
Slide 22 - Quiz
Tenemos .......... profesoras
A
el mismo
B
la misma
C
los mismos
D
las mismas
Slide 23 - Quiz
Mi amiga y yo tenemos .......... amigos
A
el mismo
B
la misma
C
los mismos
D
las mismas
Slide 24 - Quiz
Estamos aquí con .......... estudiantes
A
otro
B
otra
C
otros
D
otras
Slide 25 - Quiz
Mi hermano hace .......... actividades
A
otro
B
otra
C
otros
D
otras
Slide 26 - Quiz
Gramática página 15
El mismo: hetzelfde/dezelfde
el mismo edificio hetzelfde gebouw
la misma clase dezelfde klas
los mismos profesores dezelfde leraren
las mismas asignaturas dezelfde schoolvakken
Slide 27 - Diapositive
Gramática página 15
otro: andere
otro colegio andere school
otra clase andere klas
otros libros andere boeken
otras actividades andere activiteiten
LET OP: un otro, una otra, unos otros, unas otras BESTAAT NIET
dus altijd zonder onbepaald lidwoord.
Slide 28 - Diapositive
Zeg in het Spaans
Ik heb zin om naar Spanje te gaan
Jij hebt zin om te zwemmen
Hij heeft zin om te dansen
Wij hebben zin om veel te studeren
Jullie hebben zin om uit te gaan
Zij hebben zin om te voetballen
Slide 29 - Diapositive
Gramática página 15
Tener ganas de + infinitivo = zin hebben om te + infinitief
Ik heb zin om naar Spanje te gaan
Jij hebt zin om te zwemmen
Hij heeft zin om te dansen
Wij hebben zin om veel te studeren
Jullie hebben zin om uit te gaan
Zij hebben zin om te voetballen
Slide 30 - Diapositive
Zeg in het Spaans
Ik wil op vakantie gaan
Jij wilt slapen
Hij wil veel eten
Wij willen praten tijdens de les
Jullie willen op vakantie gaan
Zij willen een instrument bespelen
Slide 31 - Diapositive
Gramática página 15
Querer + infinitivo = willen + infinitief
Ik wil op vakantie gaan
Jij wilt slapen
Hij wil veel eten
Wij willen praten tijdens de les
Jullie willen op vakantie gaan
Zij willen een instrument bespelen
Slide 32 - Diapositive
Hasta la próxima vez
Slide 33 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
P4Les03 06-04 Google Meet
Avril 2020
- Leçon avec
47 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
P4Les05 21-04
Avril 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
P4Les04 08-04 Clase individual
Avril 2020
- Leçon avec
21 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
P3Les19 30 -03 Resumen Unidad 6
Mars 2021
- Leçon avec
48 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P4Les02 14-04
Avril 2022
- Leçon avec
27 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P2Les15 12-12
Décembre 2022
- Leçon avec
13 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
P1Les02 7-9
Septembre 2020
- Leçon avec
24 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
P2Les11 12-12
Décembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 5