Klas 4 elektrische stroom vervangingsweerstand

Klas 4 

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Klas 4 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Weten hoe je de vervangingsweerstand uit rekent.

Slide 2 - Diapositive

Serieschakeling

Slide 3 - Diapositive

Filmpje vervangingsweerstand Serie 
De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.

Slide 4 - Diapositive

Totale weerstand serieschakeling

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 1
Tip

Slide 6 - Diapositive

Uitwerking opdracht 1

Slide 7 - Diapositive

Parallelschakeling

Slide 8 - Diapositive

Filmpje vervangingsweerstand Parallel 
De begrippen totale weerstand en vervangingsweerstand worden door elkaar heen gebruikt, maar betekenen hetzelfde.

Slide 9 - Diapositive

Vervangingsweerstand parallelschakeling

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 3
Tip

Slide 11 - Diapositive

Uitwerking opdracht 3

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 4

Slide 13 - Diapositive

Uitwerking opdracht 4

Slide 14 - Diapositive

De weerstanden in het schema hiernaast staan in:
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 15 - Quiz

De weerstanden in het schema hiernaast staan in:
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 16 - Quiz

De formule om de totale weerstand in het schema hiernaast te berekenen is:
A
Rt = R1 + R2 + R3
B
1/Rt = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3
C
Rt = U 1 / I1
D
Rt = Ut x It

Slide 17 - Quiz

Symbool voor de eenheid van spanning
A
I
B
U
C
A
D
V

Slide 18 - Quiz

De formule om de totale weerstand in het schema hiernaast te berekenen is:
A
Rt = R1 + R2 + R3
B
Rt1=R11+R21+R31
C
Rt=I1U1
D
Rt=UtIt

Slide 19 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 30 Ω
B
Rt = 0,07 Ω
C
Rt = 14,3 Ω
D
Rt = 70 Ω

Slide 20 - Quiz

Hoe groter de weerstand,
A
Hoe groter de stroomsterkte
B
Hoe kleiner de spanning
C
Hoe kleiner de stroomsterkte

Slide 21 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 50 Ω
B
Rt = 150 Ω
C
Rt = 0,03 Ω
D
Rt = 33,3 Ω

Slide 22 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 33 Ω
B
Rt = 30 Ω
C
Rt = 0,3 Ω
D
Rt = 3,3 Ω

Slide 23 - Quiz

Wat meet je met een voltmeter?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand
D
Lading

Slide 24 - Quiz

Bereken de totale weerstand in het schema hiernaast.
A
Rt = 33 Ω
B
Rt = 30 Ω
C
Rt = 0,3 Ω
D
Rt = 3,3 Ω

Slide 25 - Quiz

Bereken de totale stroomsterkte in het schema hiernaast.
A
It = 0,02 A
B
It = 50 A
C
It = 0,09 A
D
It = 11,1 A

Slide 26 - Quiz