4K/T Fase 5 Berekenen

Stirlingmotor Fase 5
Berekenen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Stirlingmotor Fase 5
Berekenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nacalculatie

In het begin van dit project hadden jullie een kostencalculatie gemaakt. Bekijk nu achteraf wat de werkelijke kosten zijn. Beschrijf waarom er eventueel een afwijking is.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

(gedeeltelijke) Kostencalculatie Fase 2
materiaal
hoeveelheid
kosten
totaal
karton
klein stukje doos
kun je gewoon ergens halen
€0,00
blikjes
2 blikjes
€0,90/stuk
€1,80
koper draad
20 cm
€21,20/m
€4,24
staalwol
100 gram
€2,05/200g
€1,03
TOTAAL
€7,07

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nacalculatie
materiaal
hoeveelheid
kosten
totaal
Werkelijk gebruikt
Werkelijke kosten
Waarom
afwijking
karton
klein stukje doos
kun je gewoon ergens halen
€0,00
blikjes
2 blikjes
€0,90/stuk
€1,80
koper draad
20 cm
€21,20/m
€4,24
staalwol
100 gram
€2,05/200g
€1,03
TOTAAL

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbrandingsenergie berekenen 5 stappen
1) Verbrandingswarmte Spirtus 18 000 J/cm3
                                             In 5 minuten verbruik je 10 mL
2) Verbrandingsenergie = ? J
3) Verbrandingsenergie= verbrandingswarmte x volume
4)Verbrandingsenergie= 


5)Verbrandingsenergie=               J

Slide 7 - Diapositive

Kaarsvet = Paraffine. verbrandingswarmte opzoeken op google.
1 dm3 = 1 L      (BINAS tabel 2)
1 cm3 = 1 mL   (BINAS tabel 2)

kL           hL            daL          L           dL          cL            mL

                                                dm3                                      cm3


naar Links = DELEN                                             naar Rechts = KEER

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de warmte energie (opgenomen warmte) indien er een tussen stof wordt opgewarmd, bijvoorbeeld water.

Q = m * c * (Te-Tb)
                   Q = warmte
                   m = massa
                   c = soortelijke warmte (bij kamertemperatuur)
                  Te= Eindtemperatuur
                  Tb = Begintemperatuur

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er wordt 0,5 liter water verwarmd. De begintemperatuur is 18 ͦ C en de eindtemperatuur is 70 ͦ C .
Hoeveel warmte-energie is er vrij gekomen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmte-energie (opgenomen warmte) berekenen 5 stappen
1) m = 0,5 L = 0,5 kg = 500 g, c = 4,18 J/g*K(BINAS tabel 16)
    Te = 70 ͦ C,       Tb = 18 ͦ C
2) Q = ? J
3) Q = m * c * (Te-Tb)
4) Q = 

5) Q =                     J

Slide 11 - Diapositive

 m = 0,5 L = 0,5 kg = 500 g
Dit heeft te maken met de dichtheid van water, deze is 1 g/cm3
De spanning meten

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

2.3 Vermogen en Energie
Berekenen van vermogen:
Vermoegen = Spanning * Stroomsterkte
Formule P = U * I

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De elektrische energie

De elektrische energie is de totale energie die gebruikt wordt in een bepaalde tijd. De elektrische energie geef je aan met de hoofdletter E (van Energie) eventueel gevolgd door kleine letters el.

De eenheid van Energie is Joule (J)

Je hebt geleerd dat het vermogen de totale energie is in één seconde.

Ga je de energie berekenen moet je de tijd omrekenen naar seconde.

De energie bereken je met de formule E = P x t.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: 
Teken een elektrisch schema met 4 LED’s met de volgende werking:
Twee rode LED’s worden tegelijk aan/uit gezet waarbij een LED altijd moet werken, ook al is de andere defect.
De groen LED’s worden als controle gebruikt voor de rode LED’s. Dus als een rode brand moet ook de groene branden.
Zoek uit wat in serie en wat parallel moet staan.


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Rendement

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

EnergieSpirtus

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions