U4 les 5 - 17 avril

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Lundi 17 avril
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt het werkwoord "aller" (gaan) vervoegen en in zinnen aanpassen;
- Jij kunt à, en, au en aux in zinnen gebruiken (herhaling);
- Jij kunt zinnen schrijven met woorden uit de vorige Unités en van U4, A4.

Slide 2 - Diapositive

aller (=gaan)
Je vais                        Ik ga 
Tu vas                         Jij gaat
Il/elle/on va              Hij/zij/men gaat 

Nous allons              Wij gaan
Vous allez                  Jullie gaan
Ils/ elles vont            Zij gaan

Slide 3 - Diapositive

Aller
je
tu
il/elle/on
vais
vas
va

Slide 4 - Question de remorquage

Vertaal: Nous allons
A
Wij gaan
B
Wij eindigen
C
Wij moeten
D
Wij hebben

Slide 5 - Quiz

Je

Tu

Il/elle/on

Nous

Vous

Ils/Elles

vais
vas
va
allons
allez
vont

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

Aller
Gaan 
Je 
Ik ga
Tu 
Jij gaat
Il / elle  / on
Hij / zij / men gaat
nous 
wij gaan
vous 
jullie gaan / u gaat
Ils / Elles 
zij gaan
vas
va
vont
allons
vais
allez

Slide 8 - Question de remorquage

Je vais...
Le Maroc
Au
Aux
En
À

Slide 9 - Question de remorquage

Nous allons ..... Angleterre
A
à
B
au
C
en
D
aux

Slide 10 - Quiz


Vertaal: Nous allons danser
A
Wij dansen
B
Wij zullen dansen
C
Wij hebben net gedanst
D
Wij gaan dansen

Slide 11 - Quiz

Vous allez ... la plage
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 12 - Quiz

Solomon et Ecrin vont .... cinéma
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 13 - Quiz

à + le, la, les

à+le = au

à+l' = à l' 

à + la = à la

à + les = aux

Slide 14 - Diapositive

à + le
Ik ben bij de bioscoop
Je suis à le cinéma -> à + le = au 

Dus: Je suis au cinéma


Slide 15 - Diapositive

Jaabir va .... boulangerie
A
à la
B
en
C
au
D
aux

Slide 16 - Quiz

Pour acheter un tee-shirt, Mariam va .... boutique
A
en
B
aux
C
au
D
à la

Slide 17 - Quiz

Semian ..... dans sa chambre pour faire les devoirs
A
fait
B
va
C
vais
D
vas

Slide 18 - Quiz

Zelfstandig werken
Ouvre le livre pages 124 et 125
Fais les exercices 8A, 8B et 8C.
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

La correction des exercices
Ouvre le livre pages 124 et 125
On corrige les exercices 8A, 8B et 8C.

Slide 20 - Diapositive

Exercices 8A et 8B, page 124
  • 1/ Ik ga te voet
  • 1/ Wij gaan surfen
  • Exercice 8B :
  • 1/ Vous allez
  • 2/ Il va
  • 3/ Tu vas
  • 4/ Elles vont

Slide 21 - Diapositive

Exercices 8B et 8C, pages 124-125
  • 5/ Je vais
  • 6/ nous allons 
  • Exercice 8C :
  • 1/ je vais
  • 2/ elle va
  • 3/ allez-vous / vous allez
  • 4/ Zazie et Enzo vont

Slide 22 - Diapositive

Exercice 8C, page 125
  • 5/ Tu vas
  • 6/ vous allez
  • 7/ Tom va expliquer
  • 8/ nous allons manger

Slide 23 - Diapositive

nous allons manger: waarom is het tweede werkwoord met "er"?

Slide 24 - Carte mentale

Vertaal: ik ga lunchen

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal: wij gaan dansen

Slide 26 - Question ouverte

Tu parles en duo !
Exercice 8D, page 125.


timer
3:00

Slide 27 - Diapositive

Les phrases
Schrijf  zinnen met de aangegeven worden. Jij mag extra woorden gebruiken! Jij mag ook het enkelvoud/ meervoud veranderen.Pas op: in een zin is er altijd een werkwoord. Jij moet altijd het werkwoord vervoegen.
1/ où / boulangerie / ville
2/ la classe / chaise / le prof
3/ la chambre / le lit / la campagne
4/ aller / faire du vélo / école
5/ la soeur / l'anniversaire / jouer

Slide 28 - Diapositive

une phrase avec "la classe / chaise / le prof"

Slide 29 - Question ouverte

une phrase avec "où / boulangerie / ville"

Slide 30 - Question ouverte

une phrase avec "la chambre / le lit / la campagne"

Slide 31 - Question ouverte

une phrase avec "aller / faire du vélo / école"

Slide 32 - Question ouverte

une phrase avec "la soeur / l'anniversaire / jouer"

Slide 33 - Question ouverte

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt het werkwoord "aller" (gaan) vervoegen en in zinnen aanpassen;
- Jij kunt à, en, au en aux in zinnen gebruiken (herhaling);
- Jij kunt zinnen schrijven met woorden uit de vorige Unités en van U4, A4.

Slide 34 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Sondage