NT2 Kerstquiz (niveau H6 Contact! Nieuw 1)

• ANT2+
• NT2
• +1
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs
• vmbo
• Leerjaar 1-4

Introduction

Kerstquiz voor Alfa & NT2

Instructions

Kerstquiz om via 'Geef les' samen met leerlingen in de klas te spelen.

Kerst

Quiz

Wat weet jij van kerstmis? ( 1 )

Bij welk geloof hoort het kerstfeest?

1. Het Jodendom
2. De Islam
3. Het Boedisme
4. Het Christendom

             Wie is er met kerst geboren?

1. God
2. Jezus
3. Jozef
4. Maria

Wanneer vieren we kerstmis?

1. 24, 25 december
2. 25 december
3. 25 en 26 december
4. 31 december en 1 januari

Er zijn 2 Kerstdagen, 

dus we hebben ook 

2 Kerst.............

1. diners
2. dineren
3. diner's
4. dinerren

We dekken de tafel voor het kerstdiner. 

Bij het bord liggen:

de vork - het mes -  the spoon 

1. het lepel
2. de leppel
3. het leppel
4. de lepel

1. het voorgerecht
2. het toetje
3. het nagerecht
4. het hoofdgerecht

1. de bon
2. het ticket
3. de kaart
4. de rekening

1. de menu
2. de menukaart
3. het kaart
4. de kaart

Hij betaalt niet met pin, maar ....

1. liquide
2. met geld
3. cash
4. contant

Omdat het Kerst is, geeft hij een grote ....

1. fooi
2. extra
3. som
4. tip

De tafel was mooi, met sfeervolle ......

(the table was beautiful, with cosy ....)

1. lampjes
2. candalen
3. lichtjes
4. kaarsen

We drinken witte en rode ...... 

1. wijn
2. wein
3. wine
4. wijne

Voor de kinderen is er ...... 

1. soda
2. sap
3. drank
4. frisdrank

Wij hebben dit jaar 

......... echte kerstboom.

1. niet
2. geen

Wat weet jij van kerstmis? ( 2 )

Welke boomsoort is 

de traditionele kerstboom?

1. Buxus
2. Eik
3. Spar
4. Hulst

Hoeveel rendieren 

heeft de kerstman?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

Hoe heet het rendier 

met de rode neus?

1. Blitzen
2. Rudolf
3. Vixen
4. Dancer

Wat zijn de twee kerstkleuren?

1. rood en zilver
2. rood en groen
3. groen en wit
4. zilver en goud

Wat doet men traditioneel onder de maretak?

1. elkaar een schouderklop geven
2. elkaar een hand geven
3. elkaar een zoen geven
4. elkaar begroeten

ListenUp!

Doe de Husselaar!

Tekst

Husselaar!

toen zaten er geen kaarsjes aan

1

2

3

4

5

o dennenboom, o dennenboom

in het bos zien staan

ik heb je laatst 

wat zijn je takken wonderschoon

Pluralis

woorden op:

a, i, o, u, y

e, é, el, en, er, em

andere woorden

+  's

+   s

+ en

We hebben 2 ..... :

1 lepel voor de soep

1 lepel voor het toetje

1. lepelen
2. lepel's
3. lepellen
4. lepels

Met kerst kleden we ons mooi, 

met cocktail jurkjes en ......

1. boas
2. boa's
3. boaen
4. boan

Dus er is niet maar 1 Kerstdag, 

maar 2 Kerst............

1. dags
2. dag's
3. daggen
4. dagen

Ook heb ik 5 kleine ........... 

en bovenop 1 grote ...........

1. steren - sterr
2. sterren - ster
3. ster's - sterr
4. sters - ster

In heel het huis hangen ........

1 lampje is kapot (broken)

1. lampjes
2. lampjen
3. lampje's
4. lampjs

Vrolijk kerstfeest en 

een gelukkig nieuwjaar!