Test_22maart2021

                   Grootheid     Eenheid

Spanning


Stroom


Weerstand  
U
R
I
V
A
Ω
S
C
P
W
O
E
1 / 19
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

                   Grootheid     Eenheid

Spanning


Stroom


Weerstand  
U
R
I
V
A
Ω
S
C
P
W
O
E

Slide 1 - Question de remorquage

Slide 2 - Question de remorquage

2

Slide 3 - Vidéo

02:27
Bereken R.tot

Slide 4 - Question ouverte

02:49
Bereken vermogen in weerstand D

Slide 5 - Question ouverte

Over een weerstand staat een spanning van 8 V. Bij die spanning loopt er een stroom van 0,25 A.
Hoe groot is deze weerstand?

A
4 ohm
B
32 ohm
C
4 V
D
32 V

Slide 6 - Quiz

Je ziet hier twee weerstanden: R1 = 10 Ω en R2 = 40 Ω. Door de stroommeter gaat een stroom van 0,25 A. Bereken hoe groot de spanning van de spanningsbron is.
A
2 V
B
8 V
C
2,5 V
D
10 V

Slide 7 - Quiz

Wat is de spanning over een weerstand (0,3 ohm), als de stroom erdoor 250 mA is?
A
75 V
B
0,075 V
C
833 V
D
0,83 V

Slide 8 - Quiz

Over een weerstand staat een
spanning van 6 V. Bij die spanning loopt er een stroom van 0,3 A.
Welke waarde heeft deze weerstand?

A
0,05 OHM
B
20 OHM
C
1,8 OHM
D
500 OHM

Slide 9 - Quiz

Door een weerstand van
loopt een stroom van 20 mA.
Hoe groot is de spanning?
600Ω
timer
0:15
A
12 V
B
0,12 V
C
30 V
D
3000 V

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt de stroom verdeeld bij een splitsing? Gelijk, afhankelijk van de spanning of afhankelijk van de weerstand?
A
Gelijk
B
Afhankelijk van de spanning
C
Afhankelijk van de weerstand

Slide 11 - Quiz

Spanning (U) = 12V
Stroom sterkte (I) = 0,5 A
Wat is de weerstand

A
R= U . I R= 12V x 0,5 A R= 6 ohm
B
R= I/U R = 0,5A / 12V R = 0,042 ohm
C
I = U / R I= 12V /12 ohm I= 1A
D
R = U/I R= 12V /0,5A R=24 ohm

Slide 12 - Quiz

Drie weerstanden van 6,0 Ω, 12 Ω en 24 Ω zijn parallel aangesloten op een spanning van 12 V.
Hoe groot is de stroom die vanaf de spanningsbron loopt?

A
3,5 A
B
0,29 A
C
5,0 A
D
0,33 A

Slide 13 - Quiz

Als je een grotere spanning over een weerstand zet, dan wordt de stroom
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Nul

Slide 14 - Quiz

Zes identieke weerstandjes zijn in serie aangesloten op een totale spanning van 24 V. In de schakeling loopt een stroom van 160 mA. Bereken de waarde van één weerstand
A
0,15 Ω
B
150 Ω
C
25 Ω
D
15 Ω

Slide 15 - Quiz

Hoe moeilijker iets elektriciteit doorlaat, hoe hoger de....
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Geleidbaarheid
D
Weerstand

Slide 16 - Quiz

                   Grootheid  Eenheid

   Spanning


       Stroom


Weerstand  
U
R
I
V
A
Ω
S
C
P
W
O
E

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Stuur een foto van je aantekeningen tot nu toe

Slide 19 - Question ouverte