H5 Spreken en gesprekken - Deelnemen aan een debat

H5 Spreken en gesprekken

Deelnemen aan een debat

H5 Kijken en luisteren: kijken en luisteren naar een debat.

Je leert deelnemen aan een debat

Deelnemers debat

Opstelling debat.

Nederlands  H5 Spreken en gesprekken, blz. 148-149

Standpunt innemen aan de hand van stellingen

Hoe ging het?

Deelnemers aan een debat

In een debat strijden voor- en tegenstanders met elkaar over een stelling. Die bevat een voorstel voor een verandering, bijvoorbeeld: Scholen moeten energiedrankjes verbieden in en rond de school. 

De voor- en tegenstanders proberen niet elkaar, maar een jury te overtuigen van hun standpunt. 

De jury beoordeelt het debat en beslist wie er gewonnen heeft.

Regels

Een debat is aan strenge regels gebonden. Per debat zijn er twee teams van ieder twee deelnemers. Het debat is verdeeld in korte spreekbeurten. Een voorzitter leidt het debat en geeft aan wie mag spreken. Er mag niet door elkaar gepraat worden. Een tijdwaarnemer bewaakt de tijd van de spreekbeurten.

Zo bereid je een debat voor

Maak twee teams van twee personen. Wijs ook een voorzitter en een tijdwaarnemer aan.

Spreek af over welke stelling jullie gaan debatteren en wie vóór of tegen de stelling zijn.

Bedenk argumenten voor of tegen de stelling. Bedenk met welke argumenten het andere team kan komen en hoe je die kunt weerleggen.

Zoek eventueel ter voorbereiding extra informatie over het onderwerp.

Zo houd je een debat

Een debat bestaat uit zes beurten en twee time-outs, in deze volgorde:

1. De opzetbeurt (2 minuten) van de voorstanders, waarin zij uitleggen welke verandering zij voorstellen en waarom dat een goed voorstel is.

2. De opzetbeurt van de tegenstanders (2 minuten), waarin zij aangeven dat het nieuwe voorstel niet goed is en waarom.

Zo houd je een debat

3. Een time-out (1 min) voor beide teams om te overleggen over de verweerbeurt.

4. De verweerbeurten (elk team 2 min), waarin eerst de voorstanders en daarna de tegenstanders, proberen de argumentatie van het andere team te weerleggen. De teams laten dus met argumenten zien dat het niet klopt wat het andere team zegt.

Zo houd je een debat

5. Een time-out (1 min) voor beide teams om te overleggen over de slotbeurt.

6. De slotbeurten (elk team 1 minuut), waarin eerst de tegenstanders en daarna de voorstanders, een laatste kans krijgen om de jury te overtuigen. De teams geven nog eens kort aan wat hun mening is en mogen reageren op alles wat er in de eerdere beurten gezegd is. In deze beurt mag geen nieuwe informatie gegeven worden.

Zo houd je een debat

Na afloop van het debat wijst de jury de winnaar van het debat aan.

Oefenen met standpunt innemen en argumenten delen

Stelling 1

Accounts van influencers die fake news verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden

Denk na: Welk standpunt neem ik in?  Ben ik voor of tegen?

Voorbereiding: Bedenk 1  of 2 goede argumenten en schrijf deze op. Probeer argumenten op feiten te baseren (zaken die controleerbaar zin)

Stelling 1

Accounts van influencers die 'fake news' verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.

Voorstanders: Ga aan de linkerzijde van de ruimte staan.

Tegenstanders: Ga aan de rechterzijde van de ruimte staan.

Neem je notitie mee!

Stelling 1

Accounts van influencers die 'fake news' verspreiden moeten tijdelijk gedeactiveerd worden.

Argumenten voorstanders: deelnemers linkerzijde

Argumenten tegenstanders: deelnemers rechterzijde

Stelling 2

"Duurzaamheid en klimaatverandering" moet een verplicht vak worden op school .

Denk na: Welk standpunt neem ik in?  Ben ik voor of tegen?

Voorbereiding: Bedenk 1  of 2 goede argumenten en schrijf deze op. Probeer argumenten op feiten te baseren (zaken die controleerbaar zin)

Stelling 2

"Duurzaamheid en klimaatverandering" moet een verplicht vak worden op school .

Voorstanders: Ga aan de linkerzijde van de ruimte staan.

Tegenstanders: Ga aan de rechterzijde van de ruimte staan.

Neem je notitie mee!

Stelling 2

"Duurzaamheid en klimaatverandering" moet een verplicht vak worden op school .

Argumenten voorstanders: deelnemers linkerzijde

Argumenten tegenstanders: deelnemers rechterzijde

Stelling 3

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Denk na: Welk standpunt neem ik in? Ben ik voor of tegen?

Voorbereiding: Bedenk 1 of 2 goede argumenten en schrijf deze op. Probeer argumenten op feiten te baseren (zaken die controleerbaar zin)

Stelling 3

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Voorstanders: Ga aan de linkerzijde van de ruimte staan.

Tegenstanders: Ga aan de rechterzijde van de ruimte staan.

Neem je notitie mee!

Stelling 3

Alle wc’s op scholen moeten genderneutraal worden.

Argumenten voorstanders: deelnemers linkerzijde

Argumenten tegenstanders: deelnemers rechterzijde

Einde les

Geen opdrachten uit het lesboek.