Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Stones H6 1 Kader
Slide 1 - Diapositive
Welke zinsdelen horen bij elkaar? Sleep het juiste zinsdeel uit de tweede en derde kolom naar de eerste. Eérst een hoofdletter (kolom 1) en dan een kleine letter). Max 8 pt. Voorbeeld: Kolom 1: 1 - kolom 2 A, en kolom 3, E
1) Could you tell
2) I’m going
4) Why
3) Turn
me where the
do'nt we go
to see a friend
right at
London Eye is?
in England.
to Wembley Stadium?
the roundabout.
Slide 2 - Question de remorquage
6) I’m sorry,
5) Let’s
7) Go straight
8) We’re
going to call
on and cross the
eat at a
but I can’t
make it.
her later this week.
Pizza Express.
bridge.
Slide 3 - Question de remorquage
Vertaal de zinnen in het Engels. Weet u waar Harrods is?
Slide 4 - Question ouverte
Vertaal de zinnen in het Engels. Hoe kom ik bij de Tower of London?
Slide 5 - Question ouverte
Vertaal de zinnen in het Engels. Sla linksaf op het kruispunt.
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal de zinnen in het Engels. Het is naast de toren.
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal de zinnen in het Engels. Het is tegenover de supermarkt.
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal de zinnen in het Engels. Zullen we Windsor Castle gaan bezoeken?
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal de zinnen in het Engels. Vertaal de zinnen in het Engels.
Slide 10 - Question ouverte
Maak een zin met de woorden tussen haakjes. (zullen - Wembley Stadiumbezoeken?)
Slide 11 - Question ouverte
Maak een Engelse zin met de woorden (spijt - maar - houd niet - voetbal)