3.1 Energie omzetten

Energie
H3 ENERGIE
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Energie
H3 ENERGIE

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
  • Start H3 Energie
  • H3.1  Energie omzetten
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan
bij energie?

Slide 3 - Diapositive

Wat is energie?

Slide 4 - Diapositive

Wat voel je als je op een podium gaat staan met felle lampen?

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen H3.1
  1. Je kunt een aantal energie-omzetters met bijbehorende energiesoorten benoemen.
  2. Je kunt energieomzettingen weergeven in een energie-stroomdiagram.
  3. Je kunt soorten energie beschrijven.
  4. Je kunt de voorvoegsels kilo, mega, giga en tera naar elkaar omrekenen.
  5. Je kunt berekeningen maken met het verband tussen energie, vermogen en tijd.
  6. + Je kunt uitleggen hoe een kerncentrale werkt. 

Slide 6 - Diapositive

Waar denk je aan
bij energie

Slide 7 - Carte mentale

Wat voel je als je op een podium gaat staan met felle lampen?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo


3.1 Energie omzetten
Energie meet je in Joule (J)

Omrekenen:
1 kilojoule     = 1 kJ   = 1000J                   = 1・103
1 megajoule = 1 MJ = 1000 000 J         = 1 ・106J  
1 gigajoule.   = 1 GJ = 1000 000 000 J = 1 ・109


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive


3.1 Energie omzetten
Voorbeeld:
Als Jeroen thuiskomt, zet hij de thermostaat omhoog. De cv-ketel (24 kW) brandt daarna 10 minuten op vol vermogen.
Hoeveel warmte levert de cv-ketel in die tijd in MJ?
  • P = 24 kW = 24 000 W
  • t = 10 minuten = 10 ・ 60 = 600 s

  • E = P ・ t = 24000 ・600 = 14400000 J = 14,4 ・106J = 14,4 MJ

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig werken
  •  Wat: Lees hoofdstuk 3.1 op blz. 42 t/m 45 en maak opgaven: 1 t/m 10 op blz. 62  t/m  63
  • Hoe: 20  min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.
  • Hulp: Nova boek / Docent
  • Tijd:  25 min  .
  • Uitkomst: 1 t/m 10 af
  • Klaar: Huiswerk opgaven 1 t/m 15 blz.  62 t/m 65.     
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Welke energie-omzetting heb je in een energie-centrale?
A
chemische energie --> elektrische energie
B
wind-energie --> chemische energie
C
elektrische energie --> elektrische energie

Slide 18 - Quiz

Hoe heet de opgeslagen energie in een brandstof?
A
Chemische energie
B
Verbrandingsenergie
C
Brandstof energie
D
Elektrische energie

Slide 19 - Quiz

Hoeveel is 1 kilojoule?
A
100 joule
B
1000 joule
C
10 joule
D
100000 joule

Slide 20 - Quiz

Hoeveel is 1 megajoule?
A
1 000 joule
B
10 000 joule
C
1 000 000 000 joule
D
1 000 000 joule

Slide 21 - Quiz

Huiswerk
1. Lezen paragraaf 3.1
2. Maken opdracht 1-14
3. Maak de vragen in de V-trainer als je omrekenen nog lastig vindt!

Slide 22 - Diapositive

Onthoud
• Veel werktuigen zijn hefbomen. Met een hefboom kun je je spierkracht vergroten.
• Iedere hefboom heeft een draaipunt. De afstand van de kracht op een hefboom tot aan het draaipunt wordt de arm genoemd.
• Bij een hefboom zijn twee krachten van belang: de werkkracht en de last. Door de werkkracht ver van het draaipunt aan te laten grijpen en de last dicht bij het draaipunt, zorg je ervoor dat je met een kleine werkkracht een grote last in evenwicht kunt houden.
• Naast enkele hefbomen zoals een koevoet en een flessenopener bestaan er ook dubbele hefbomen zoals tangen en scharen.

Slide 23 - Diapositive