week 6 les 2 theme 4 recap

• [e-mail]
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Week 6

Wednesday the 9th of February

Theme 4 recap

Stone 10:

Make the English sentence:
(ons doel- leren - waarom- kleuren anders zien)

Make the English sentence:
(Ik - nieuwsgierig- hoe - kaart trucs)

Make the English sentence:
(Hij- vroeg - concentreren - handbewegingen)

(Lara - beter leren- kaugom kauwt)

Grammar 10:

Present simple
She (go) to school.

 SHIT + s
(s) sound? + es
Irregular verbs -> Teams
klinker end? -> rule
medeklinker end? -> uitzondering
Je hebt het over feiten, gewoonten, zintuigen, 

Present continuous
She (go) to school in 5 minutes.

sth is happening rn.
'to be' + 'verb' + ing
He is walking
I am walking
Gebruikt dit als je het hebt over wat een poosje aan de gang is, emoties. (you are bothering me)

Past simple
She (go) to school yesterday.

Iets is in het verleden gebeurd en in het verleden afgelopen.
+ed
irregular verbs

Past continuous
She (go) to school when it started to rain.

sth is happening for a while in the past.
past -> 'to be' (was) + 'verb' + ing
He was walking
I was walking
Gebruikt dit als je het hebt over wat een poosje aan de gang was, emoties. (you are bothering me)

Present perfect:
John and Julia (....)
in Amsterdam since 2010.

Iets is in het verleden gebeurd en still merkbaar. 

Present perfect
(walk) We .... .....
for almost four hours.

have/has + ww + ed 
have/has + past simple 
have/has + uitzondering

Present perfect
(know) They
.... .....
each other for years.

have + uitzondering
derde rijtje grammar in teams

Future:
My brother is sure his team ... win the finals.

1. is going to
2. will

Future:
We .... move to france next month!

1. (to be+) going to
2. will

Future:
I ... help you with your homework.

1. will
2. (to be+) going to

Future:
She .... to school at 13:00.

1. will
2. (to be+) going to

past simple of present perfect? 

Je gebruikt de present perfect als de zin iets over het verleden zegt en ook nu nog bezig is of nu nog invloed heeft. ... --> present perfect --> Het is gebeurd (voltooid) en heeft ook nu nog invloed. Om de present perfect te maken heb je altijd 2 werkwoorden nodig: have / has + voltooid deelwoord.

I have lived here since 2003
SHIT ( she he it) has lived here since 2003

Stone 11

Translate to English:
Ik voorspel dat wetenschappers robots zullen maken met menselijke intelligentie.

Translate to English:
Onderzoek wijst uit dat over tien jaar niemand sociale media meer zal gebruiken.

Translate to English:
Ze zouden binnenkort sollicitatiegesprekken kunnen vervangen.

Grammar 11

Next time:

Met mentor:
K watching
+ task card (af) maken