Comparatives and superlatives

1 / 23
suivant
Slide 1: Vidéo
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Degrees of comparison
In het Nederlands noemen we degrees of comparison de trappen van vergelijking. Om mensen, dieren of dingen met elkaar te vergelijken, gebruiken we bijvoeglijke naamwoorden. 

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: old, funny, small or fast. 

Slide 2 - Diapositive

Degrees of comparison
De trappen van vergelijking kent drie vormen: 
  • Positive: This apple is small               
  • Comparative: This apple is smaller than that apple.    
     Je maakt een comparative door -er toe te voegen.        
  • Superlative: This apple is the smallest.
     Je maakt een superlative door -est toe te voegen. 

Slide 3 - Diapositive

Write down the comparative of the word young.

Slide 4 - Question ouverte

Write down the superlative of the word high.

Slide 5 - Question ouverte

Choose the correct answer. Jason is ........................... than his sister.
A
Tall
B
Taller
C
Tallest

Slide 6 - Quiz

Choose the correct answer. My grandma is ....................... . She is 89.
A
Old
B
Older
C
Oldest

Slide 7 - Quiz

Choose the correct answer. In Siberia it's ........... than in South Africa.
A
Cold
B
Colder
C
Coldest

Slide 8 - Quiz

Choose the correct answer.
That bodybuilder is the .................... of all.
A
Strong
B
Stronger
C
Strongest

Slide 9 - Quiz

Uitzonderingen
  1. Woorden die eindigen op -y krijgen -ier of -iest.
    happy - happier - happiest
  2. Woorden die eindigen op -e krijgen -r of -st.
    nice - nicer - nicest 
  3. Bij woorden die eindigen op een korte klinker en een medeklinker, moet je de medeklinker verdubbelen.
    big - bigger - biggest

Slide 10 - Diapositive

What words are missing?
safe - ............... - .............

Slide 11 - Question ouverte

What words are missing?
long - .............. - ...............

Slide 12 - Question ouverte

What words are missing?
wet - ............... - .................

Slide 13 - Question ouverte

What words are missing?
dirty - ............... - ...............

Slide 14 - Question ouverte

Uitzonderingen
Bij woorden met drie of meer lettergrepen en woorden die eindigen op -ful gebruik je more (comparative) en most (superlative). 

Expensive (ex-pen-sive)
That car is more expensive. That car is the most expensive. 

Careful 
You should be more careful. He is the most careful driver. 

Slide 15 - Diapositive

Uit hoeveel lettergrepen bestaat het woord in intelligent?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel lettergrepen bestaat het woord beautiful?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 17 - Quiz

Onregelmatige naamwoorden
Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig. De comparative en superlative van deze woorden moet je uit je hoofd leren. De lijst hiervoor kun je vinden op bladzijde x?

Bijvoorbeeld:
good - better - best
bad - worse - worst

Slide 18 - Diapositive

Ruby players are .................. (strong) than ice hockey players.

Slide 19 - Question ouverte

Only the ....................... (good) players can enter the Olympic Games.

Slide 20 - Question ouverte

You are ......................... (pretty) than I am.

Slide 21 - Question ouverte

That teacher was the ...................... (awful).

Slide 22 - Question ouverte

E: exercise 30 - 35

Slide 23 - Diapositive