herhaling hc 2.1 deel 2
Welke partijen sloten de wapenstilstand
A
DDP, DNVP, Zentrum
B
Zentrum, SPD, KPD
C
SPD, USPD, DDP
D
DDP, Zentrum, SPD
1 / 13
Éléments de cette leçon
Welke partijen sloten de wapenstilstand
A
DDP, DNVP, Zentrum
B
Zentrum, SPD, KPD
C
SPD, USPD, DDP
D
DDP, Zentrum, SPD
Slide 1 - Quiz
Hoe komt er in 1918 een einde aan de Eerste Wereldoorlog?
1.
2.
3.
4.
5.
Vrede van Brest-Litovsk
Verdrag van Versailles
Amerikaanse deelname aan WOI
Keizer treedt af, Weimar-republiek
Wapenstilstand bij Compiègne
Slide 2 - Question de remorquage
Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
economie van Duitsland gaat weer goed
D
hyperinflatie
Slide 3 - Quiz
In welk jaar begon het Dawesplan?
A
1918
B
1921
C
1923
D
1924
Slide 4 - Quiz
Door het Dawesplan
A
Werd de westgrens van Duitsland definitief erkend
B
Kwamen er leningen uit de VS beschikbaar
C
beloofden de Europese landen geen aanvalsoorlog te starten.
D
raakte de economie van Duitsland in een diepe crisis
Slide 5 - Quiz
Kies de kenmerken van het fascisme.
Fascisme
antidemocratisch
communistisch
gewelddadig
kapitalistisch
nationalistisch
totalitair
Slide 6 - Question de remorquage
Hoe deed de NSDAP het bij de verkiezingen van 1928?
A
slecht omdat Duitsland er weer bovenop kwam dankzij het Dawesplan
B
Redelijk goed door de economische crisis
C
De NSDAP was nog niet opgericht
D
Erg goed, Hitler werd kanselier.
Slide 7 - Quiz
Op welke 2 manieren zorgt de NSDAP voor gelijkschakeling?
A
alle Duitse staatsburgers moeten lid worden van nationaal-socialistische verenigingen, en onderwijs en media.
B
Neurenbergerwetten en het ministerie van Volksvoorlichting en propaganda
C
iedereen moet lid worden van nationaal-socialistische verenigingen en onderwijs en media
D
Door het inzetten van SA en SS
Slide 8 - Quiz
Waar was de Rijksdagbrand?
A
Parlementsgebouw in München
B
Haven in Hamburg
C
Parlementsgebouw in Berlijn
D
Haven in Keulen
Slide 9 - Quiz
De rijksdagbrand vond plaats in
A
1932
B
1933
C
1934
D
1935
Slide 10 - Quiz
Na de rijksdagbrand voert Hitler de
A
machtigingswet in
B
verordeningswet in
C
noodwet in
D
verelendungswet in
Slide 11 - Quiz
Tekst
Kenmerk Fascisme (algemeen)
Kenmerk fascisme (Nazi-Duitsland)
Geen kenmerk fascisme
Leiderschapsbeginsel
Rassenleer
Gevoel boven verstand
Gelijkheid
Heim ins Reich
Ongelijkheid
Antisemitisme
Plan-
economie
economie
Slide 12 - Question de remorquage
Wapenstilstand
1918
1923
1929
1924
1919
Vrede van Versailles
Bezetting Rührgebied
Bierkellerputsch
Dawesplan
Beurskrach
Hyperinflatie
