§1 elektromagnetische straling

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Je kunt het draadloos zenden en ontvangen van informatie beschrijven.
• Je kunt in het elektromagnetische spectrum soorten elektromagnetische straling ordenen.
  
• Je kunt de kenmerken van elektromagnetische straling beschrijven.
• Je kunt rekenen met de lichtsnelheid. 
• Je kunt de effecten van ioniserende straling beschrijven

Straling om ons heen

In heel het universum wordt door voorwerpen Straling uitgezonden. 

Straling is een vorm van licht, welke niet altijd zichtbaar is!

• Zichtbaar licht
• Radiogolven
• Gammastraling
• Infraroodstraling (warmtestraling)
• Wi-Fi
• UV straling

Elektromagnetisch spectrum

Straling komt op verschillende manieren voor; het zogeheten 'spectrum'. Hoe sterker de straling, hoe kleiner de golflengte van de straling

Zenden en ontvangen

Elektromagnetische golven

 bewegen met een hoge frequentie en hoge snelheid van

3,0*10^8 m/s

Wat is een spectrum?

1. Een prisma.
2. Een kunstmatige lichtbron.
3. Een reeks kleuren.
4. Een James Bond film.

Wat voor soort straling hoort er bij een radiator van een cv?

Eigenschappen van elektromagnetische straling

• Golfbeweging 3D
• Ook door vacuüm
• Altijd de zelfde lichtsnelheid 3,0*10^8 m/s
• Kleine golflengte

Frequentie 

Het aantal golven dat in 

1 seconde voorbijkomt,

noem je de frequentie.

Job veroorzaakt een golfbeweging in een springtouw door het ene uiteinde op en neer te bewegen. het andere uiteinde heeft hij aan een muur vastgemaakt.
Wat is de frequentie?

De totale lengte van Job zijn touw is 6 meter. Wat is de golflengte? (labda)

λ

Voorbeeld

Janneke stuurt een foto door haar vrienden. Het duurde 0,002 seconden voordat de radiosignalen de zendmast bereikte. Bereken hoe groot de afstand tussen Janneke en de zendmast was. 

De afstand zon-aarde = 149 597 870 700 meter.
Bereken met de lichtsnelheid (c = 3,0*10^8 m/s) hoe lang zonlicht erover doet om bij ons te komen.
S=C*t

1. bijna 700 s
2. ruim 8 minuten
3. ruim 10 minuten
4. bijna 500 s

Hoeveel trillingen zie je?

2

1

3

Huiswerk: H6§1 - 1 t/m 8