Spelling staal groep 4

Blok 3, week 1
Groep 4
Categorie 7: eeuw - ieuw woord
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Blok 3, week 1
Groep 4
Categorie 7: eeuw - ieuw woord

Slide 1 - Diapositive

Blok 3, week 1
Doel:
Ik kan aan het eind van de les woorden met de regel eeuw-ieuw goed schrijven. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is een eeuw-ieuw
woord?
A
Spreek
B
Sneeuw
C
Speurt
D
Sproeien

Slide 4 - Quiz

Wat is geen eeuw-ieuw
woord?
A
nieuwslezen
B
sneeuwbal
C
schoolplein
D
zeemeeuw

Slide 5 - Quiz

Welke van deze woorden is een voorbeeld van een eeuw-ieuw woord?
A
Schapen
B
Kieuwen
C
Schreeuwen
D
Juichen

Slide 6 - Quiz

Welke van deze woorden is een voorbeeld van een eeuw-ieuw woord?
A
spreeuw
B
opnieuw
C
snoeien
D
benieuwd

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Dit is een hakwoord
A
slang
B
plank
C
plat
D
zing

Slide 9 - Quiz

Typ een hakwoord

Slide 10 - Question ouverte

Welke woord hoort bij
het zingwoord?
A
plank
B
wang
C
rood
D
bank

Slide 11 - Quiz

Typ een zingwoord

Slide 12 - Question ouverte

Dit is een luchtwoord
A
hoort
B
vecht
C
denk
D
bonk

Slide 13 - Quiz

Typ een luchtwoord

Slide 14 - Question ouverte

blinken is dus een
plankwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Typ een plankwoord

Slide 16 - Question ouverte

Wat is geen eer / oor / eur woord
A
reuk
B
zeur
C
koor
D
leer

Slide 17 - Quiz

Typ een woord eer-oor-eur woord

Slide 18 - Question ouverte

Welke regel hoort bij het
aai-ooi-oei-woord?
A
Je hoort de i maar je schrijft de j
B
Je hoort de j maar je schrijft de i
C
Er mag geen g tussen
D
Er mag geen u tussen

Slide 19 - Quiz

Typ een woord aai-ooi-oei woord

Slide 20 - Question ouverte

Wat is een eeuw-ieuw woord?
A
Plank
B
Sneeuw
C
Tijd
D
Sluw

Slide 21 - Quiz

Typ een eeuw - ieuw woord

Slide 22 - Question ouverte

Typ samenstellingen
Let op de categorieën!

Slide 23 - Carte mentale

Wat is geen samenstelling?
A
Voetbal
B
Gebak
C
speelplein
D
Handdoek

Slide 24 - Quiz

Wat is een samenstelling
A
legt
B
koelkast
C
wankel
D
bal

Slide 25 - Quiz

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

Sleep de woorden naar de juiste  categorie.
kip
hangen
zuchten
kaas
vlechten
springen

Slide 28 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste  categorie.
banken
kleuren
knoeien
pinken
strooien
geel

Slide 29 - Question de remorquage

AU
OU

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Diapositive

welke woorden weet je van de
au-plaat

Slide 32 - Carte mentale

Slide 33 - Diapositive

welke woorden weet je van de
ei-plaat

Slide 34 - Carte mentale

Wat is de regel van het eeuw ieuw woord?

Slide 35 - Question ouverte