H3-les 1

Economie & ondernemen
commercieel
marketing & sales

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
CommercieelMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Economie & ondernemen
commercieel
marketing & sales

Slide 1 - Diapositive

Tot nu toe gehad?
  • Kennismaking met commerciële beroepen 
  • Beroepen en opleidingen
  • Een kijkje in de bedrijven
  • De retailformule
  • Winkelvormen
  • Distributie

Slide 2 - Diapositive

Waar gaan we het over hebben?
  • Producten
  • Assortiment
  • Merken
  • Prijs
  • Omzet, brutowinst en nettowinst
  • Kostprijs en verkoopprijs
  • Prijsbegrippen

Slide 3 - Diapositive

Belangrijk?
  • maak de opdrachten serieus
  • heb je vragen; stel ze
  • kijk goed je gemaakte werk na (van je fouten kun je leren)

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 3 - Producten
Aan het eind van dit hoofdstuk heb je kennis over:
  • het assortiment
  • de indeling van een assortiment
  • de verschillende merken binnen een assortiment

Slide 5 - Diapositive

4

Slide 6 - Vidéo

Assortiment
alle artikelen die een winkel aanbiedt vormen samen het assortiment
Breed assortiment
heel veel verschillende artikelen

Ondiep assortiment
bij een buurtsuper kun je maar 1 soort cola kopen
Smal assortiment
verkopen slecht een paar artikelen

Diep assortiment
keuze uit bijvoorbeeld 10 soorten ketchup
Bijenkorf, IKEA, Blokker
Juwelier, Beter Horen, slager
Juwelier, Beter Horen, slager
Hema, ander warenhuis

Slide 7 - Diapositive

Assortiment
alle artikelen die een winkel aanbiedt vormen samen het assortiment
Lang assortiment
veel producten in productgroepen

Hoog assortiment
dure merken
Kort assortiment
weinig producten in productgroepen

Laag assortiment
goedkopere merken
Gucci winkel
Action
grote supermarkt
buurt superemarkt

Slide 8 - Diapositive

Geef per winkel aan of er sprake is van een
BREED
assortiment
SMAL
assortiment
DIEP
assortiment
ONDIEP
assortiment
CONSISTENT
assortiment
INCONSISTENT
assortiment
Wijnhandel (Franse wijn)
Zalando
H&M
Kinderboekwinkel
H&M
H&M
Kinderboekwinkel
Kinderboekwinkel
Wijnhandel (Franse wijn)
Wijnhandel (Franse wijn)
Zalando
Zalando
Apotheek
Apotheek
Apotheek

Slide 9 - Question de remorquage

DE
CONSISTENTIE VAN HET ASSORTIMENT

Producten hebben overeenkomsten met elkaar

Er is samenhang tussen de artikelen. 

De meeste artikelen in een elektronicawinkel hebben te maken met beeld en geluid, telecom en navigatie, huishouden, games, films en muziek.



Slide 10 - Diapositive

Welke producten hebben consumptieverwantschap?
Mobiele telefoon
Tandpasta
Melk
Overhemden
Kleding
Auto's
Boeken
Oplader
Lippenbalsem
Brood
Schoenen
Stropdassen
Benzine
Dagbladen

Slide 11 - Question de remorquage

Weektaak
Weektaak
Doornemen en 
Maken 3.01 t/m 3.08

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel soorten Coca Cola zijn er ongeveer
A
8
B
12
C
16
D
20

Slide 13 - Quiz


Coca-Cola

Cherry coke

Coca-cola light

Coca cola zero Caffeine-Free

Coca-Cola Lemon

Coca-Cola C2

Coca Cola Lime

Coca-Cola Raspberry

Coca-Cola M5

Coca-Cola Blāk Cherry Vanilla

 Coca-Cola Citra

Coca-Cola Blāk

Coca-Cola light Sango

Coca-Cola Orange

Coca-Cola light plus

Coca-Cola Zero Caffeine Free



 



Niet al de bovenstaande
soorten worden nog gemaakt en ze zijn ook niet overal verkrijgbaar



Slide 14 - Diapositive

00:25
Wat is het assortiment
A
Alle producten die een winkel niet verkoopt
B
Een bepaald product wat meerdere winkels verkopen
C
Alle producten die een winkel verkoopt
D
Alle producten die iets met elkaar te maken hebben

Slide 15 - Quiz

01:17
Een winkel/restaurant kan een smal/breed en diep of ondiep assortiment hebben. 
smal assortiment
breed assortiment

Slide 16 - Question de remorquage

02:09
De hoogte van het assortiment geeft aan
A
Hoe hoog het product in de schappen staat.
B
Hoe duur het product is
C
Hoe de kwaliteit van het product is
D
Hoe goed de winkel bekent staat

Slide 17 - Quiz

00:59
Een winkel heeft een breed assortiment. Wat betekend dit?
A
Deze winkel verkoopt veel dezelfde producten
B
De winkel verkoopt meerdere producten
C
Deze winkel is gespecialiseerd in een product
D
De winkel heeft veel ruimte

Slide 18 - Quiz