les 3 - lezen 2.2 (boek A)

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

leerjaar 1 meubel en interieur

- welkom 

- periode en belangrijke data

- lezen 2.2 deelonderwerpen herkennen

Je hebt voor de klassikale les boek A nodig. Werk je alleen? Dan maak je dia's tot je bij de slide zelfstandig werken bent en dan ga je over naar de opdrachten op NuNederlands.

periode 4

* Planning staat in cum laude - studieroutes - nederlands - periode 3 

* Deel 1 = Lezen (zakelijke teksten) h.2 (BOEK A) - toets voor een cijfer op je rapport

* Deel 2 = spreken (BOEK B) - presentatie voor een cijfer op je rapport

* Deel 3 = fictie + repareren van gaten in het schooljaar

terugblik 2.1 

Wat weten we nog van de vorige les? 

alle teksten bestaan uit .... onderdelen

1. 4
2. 5
3. 3
4. 6

De lead van een tekst is.....

wat is géén functie van de inleiding

1. aandacht trekken
2. onderwerp introduceren
3. opbouw aangeven
4. samenvatten

wat is géén functie van het slot?

1. opbouw van de tekst geven
2. verwijzen naar het begin
3. conclusie/samenvatting
4. laatste deelonderwerp

Nieuwe theorie lezen 2.2

In de kern van de tekst komen de deelonderwerpen aan bod. 

Je kunt ze herkennen door witregels tussen alinea's, kopjes boven alinea's. 

Soms beslaat een deelonderwerp meerdere alinea's

Nieuwe theorie lezen 2.2

Kijk nog eens naar de structuren op blz. 209 van boek A. 

Als je de structuur van de tekst kent, weet je ook wat voor deelonderwerpen er komen. 

In de volgende dia's geef ik de structuur van de tekst en het onderwerp. Wat zouden deelonderwerpen kunnen zijn? 

structuur: aspectenstructuur
onderwerp: vissen

structuur: verleden-heden-toekomst
onderwerp: onderwijs

structuur: verklaringsstructuur
onderwerp: supermaan

opdracht zelfstandig werken NU Nederlands: 

lees het gele blok dat hoort bij LEZEN 2.2 

maak opdracht 1, 2 en de examenopdracht op je laptop (licenties, NuNederlands)

scoor minimaal 65% - ik controleer je antwoorden

Lees de tekst op blz. 40-41

lees de tekst grondig/secuur en denk vast na over zaken als onderwerp, hoofdgedachte, structuur en deelonderwerpen. 

De vragen komen zo op je telefoon. Niet maken in je boek dus. 

Hoeveel alinea's heeft de tekst?

Heeft de tekst een lead?

1. ja
2. nee

Wat is het onderwerp van de tekst?

Sleepvraag: sleep de alinea's naar het onderdeel van de tekst. Waarbij hoort alinea1? waarbij alinea 2? etc

inleiding

kern

slot

alinea 1

alinea 2

alinea 5

alinea 6

alinea 3

alinea 4

wat is de functie van alinea 1?

1. samenvatten
2. aandacht trekken
3. onderwerp introduceren
4. opbouw noemen

wat is de functie van alinea 2?

1. samenvatten
2. aandacht trekken
3. onderwerp introduceren
4. opbouw noemen

wat is dan het onderwerp van de tekst?

hoeveel deelonderwerpen heeft de tekst?

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

Met welk woord beginnen de kopjes?

de verschillende deeonderwerpen zijn:

1. adviezen
2. redenen
3. voorbeelden
4. bronnen

wat is de functie van de slotalinea? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. nieuwe kant van het onderwerp belichten
2. verwijzen naar het begin van de tekst
3. samenvatten

welke structuur heeft deze tekst?

1. verleden-heden-toekomststructuur
2. aspectenstructuur
3. verklaringsstructuur
4. vraag-antwoordstructuur

afronding en huiswerk

maak opdracht 2 en de examenopdracht van lezen 2.2 op je laptop.

(licenties, Nu Nederlands)