A2E - les 1 en 2 intro, regarder en lire signaalwoorden

Les émotions ! 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les émotions ! 

Slide 1 - Diapositive

Unité 6

Slide 2 - Diapositive

week 22/4
intro, lezen, signaalwoorden
apprendre 1 en 2
vakantie
2 weken
week 13/5
werkwoorden -re, luisteren
apprendre 4 
week 20/5
imparfait
apprendre 6
week 27/5
aimer, adorer, etc.
apprendre 8
week 3/6
luistertoets
1, 2, 4, 6, 8 (F-N)
week 10/6
herhaling toetsstof
1, 2, 4, 6, 8 (N-F)
week 17/6
start toetsweek
zie studieplanner

Slide 3 - Diapositive

Lezen intro
blz 90 en 91
Hierna: quizzz!

Klaar? Lees alvast apprendre 1 door (blz 77)
timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

Wie is een hedendaagse zanger of zangeres?
A
Edith Piaf
B
Stromae
C
Jacques Brel

Slide 5 - Quiz

Charlie Hebdo is een …
A
presentator
B
zanger
C
weekblad

Slide 6 - Quiz

Fransen gebruiken vooral gestes bij het spreken om…
A
contact te maken met anderen
B
hun onvrede uit te drukken
C
zich nog krachtiger uit te drukken

Slide 7 - Quiz

Welke uitdrukking past bij het gebaar van een diepe zucht?
A
C’est super
B
J’en ai assez.
C
Je ne regrette rien

Slide 8 - Quiz

Wat is een manif?

A
een demonstratie
B
een gebaar
C
een slogan

Slide 9 - Quiz

Wat is de Prix Goncourt des lycéens?
A
een literaire prijs
B
een muziekprijs
C
een zangwedstrijd

Slide 10 - Quiz

Regarder
page 92

Slide 11 - Diapositive

Les devoirs
Exercice 3 et 4 pag 93
Leren apprendre 1 en 2 (F-N)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Les emotions
Notez les émotions
en français

Slide 14 - Carte mentale

  • les devoirs (exercice 3 et 4)
  • signaalwoorden
  • lire
  • Les devoirs - blooket
Le but: à la fin de ce cours:
  • ken ik signaalwoorden in het Frans
  • heb ik gelezen in het Frans
  • heb ik geoefend met de woorden van apprendre 1

Slide 15 - Diapositive

Les devoirs
Leren apprendre 1 FR-NL (straks blooket)
Maken excercice 3 en 4 blz 93 (nu zelf nakijken)


Slide 16 - Diapositive

Signaalwoorden - Apprendre 10 (p.124)
Signaalwoorden zorgen voor structuur. Sommige signaalwoorden geven een volgorde aan en andere een verband in de tekst.
Ik begrijp het nut van signaalwoorden en ik kan ze verstaan/lezen.
d'abord
eerst
donc
dus
ensuite/
puis
vervolgens
en plus
bovendien
Après
daarna
mais
maar
enfin / 
finalement
uiteindelijk
parce que
omdat
aussi
ook
pourtant
echter
car
want
si
als, indien

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

aussi – car – d’abord – donc – enfin – ensuite
1 Avant de sortir, nous devons ... faire nos devoirs.
2 Il n’y a plus de pain, ... je vais à la boulangerie.
3 Simon est jaloux ... Anna sort avec son copain.


Slide 19 - Diapositive

aussi – car – d’abord – donc – enfin – ensuite – pourtant – si
1 Avant de sortir, nous devons d'abord faire nos devoirs.
2 Il n’y a plus de pain, donc je vais à la boulangerie.
3 Simon est jaloux car Anna sort avec son copain.


Slide 20 - Diapositive

Reden
Tijd
Opsomming
Conclusie
Tegen-
stelling
Parce que
Et
D'abord
En conclusion
Au contraire

Slide 21 - Question de remorquage

Welke type verband geeft "ook" weer?
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Reden
D
Opsomming

Slide 22 - Quiz

Vertaal het signaalwoord "ook"
A
Jamais
B
Aussi
C
Après
D
Avant

Slide 23 - Quiz

Zet de signaalwoorden in de juiste volgorde
Signaalwoorden (mots connecteurs)
d'abord
ensuite
enfin

Slide 24 - Question de remorquage

Vertaal het signaalwoord "omdat"
A
Car
B
Parce que
C
Et
D
De plus

Slide 25 - Quiz

Welk type verband geeft "maar" weer?
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Reden
D
Opsomming

Slide 26 - Quiz

Vertaal het signaalwoord "maar"
A
Mais
B
Aussi
C
Parce que
D
Également

Slide 27 - Quiz

Welk signaalwoord past?
Je suis fatigué, ______ je dois travailler.
A
comme
B
donc
C
puis
D
mais

Slide 28 - Quiz

Welk signaalwoord past?
D'abord on a mangé, ______ on a fait du sport.
A
donc
B
par contre
C
puis
D
alors

Slide 29 - Quiz

Signaalwoorden - p. 97
Ik begrijp het nut van signaalwoorden en ik kan ze verstaan/lezen.
Klaar? Start met lezen witte blok over Timour, blz 97

Slide 30 - Diapositive

Lire page 94
On se dit tout (1e 2 stukjes tekst, Timour en Anonyme)
Maken exercice 5
Daarna zelfstandig werken exercice 6 vraag 1-5

Slide 31 - Diapositive

Les devoirs
Leren: apprendre 2
Maken: exercice 5 en exercice 6 vraag 1-5

Slide 32 - Diapositive

Les devoirs
leren apprendre 1 blz 120

Blooket om woorden te leren
Apprendre 1 émotions


Slide 33 - Diapositive