Staal Spelling 5.2.1 (groep 6)

           Spelling
                               
Goedemorgen lieve kinderen!
Pak vast je laptop en laat deze dicht.

Blok 5 week 2 les 1
  Cadeauwoord
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

           Spelling
                               
Goedemorgen lieve kinderen!
Pak vast je laptop en laat deze dicht.

Blok 5 week 2 les 1
  Cadeauwoord

Slide 1 - Diapositive

woorden met -heid | -teit

Slide 2 - Carte mentale

Werkwoorden

Slide 3 - Diapositive

Welke tijd?

Jij verbood


A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 4 - Quiz

Welke tijd?

Ik vocht
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 5 - Quiz

Welke tijd?

Jullie hebben gevochten


A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 6 - Quiz

Welke tijd?

Paul strijdt




A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Instructie
Regel: Cadeauwoord. Ik hoor oo, maar ik schrijf eau 
(nummer 24)

- Het cadeau
- Het niveau




Slide 9 - Diapositive

woorden met categorie
Cadeauwoord

Slide 10 - Carte mentale

Bij welke categorie hoort?

bureau
A
klankgroepenwoord
B
cadeau-woord
C
zingwoord
D
kilowoord

Slide 11 - Quiz

Welk woord hoort bij deze categorie?
A
kettinkje
B
bioscoop
C
niveau
D
sneeuw

Slide 12 - Quiz

Welk woord hoort bij deze categorie?
A
Cijferlijst
B
Plateau
C
Iglo's
D
Koorts

Slide 13 - Quiz

Welk woord hoort bij deze categorie?
A
cadeau
B
majesteit
C
radiootje
D
ruw

Slide 14 - Quiz

We gaan door met het dictee. Je schrijft eerst op de laptop, daarna schrijf je het goede woord over in je dicteeschrift.

Slide 15 - Diapositive

Schrijf het woord:

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf het woord:

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf het woord:

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf het woord dat je hoort.

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf het woord:

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf de zin

Slide 21 - Question ouverte