GZD les 6

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
gezonde dierenprofiel groenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Even terug naar de vorige les....

Slide 4 - Carte mentale

Even terugblikken...
gezelschapsdieren voeren
water en droge stof
voedingsstoffen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

1.10 Welke twee voedingsstoffen zijn belangrijk voor de groei?

A
Eiwit
B
Fosfor
C
Calcium
D
Natrium

Slide 7 - Quiz


1.11 Is de volgende bewering waar of niet waar?
Dieren hebben onderhoudsvoer nodig om te kunnen ademen

waar
niet waar

Slide 8 - Sondage


1.12 Waaruit bestaan voedermiddelen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk.

A
Droge stof
B
Suiker
C
Water
D
mineralen

Slide 9 - Quiz

1.13 Drinkt een dier uit de woestijn meer of minder dan bijvoorbeeld een koe?
A
meer
B
minder

Slide 10 - Quiz

1.14 Waarvoor zorgen eiwitten? Meerdere antwoorden mogelijk
A
Groei bevorderen
B
Productie
C
Slijtage herstellen

Slide 11 - Quiz

1.15 welke stoffen zijn brandstoffen? Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Koolhydraten
B
Water
C
Voedingsvezels
D
Vetten

Slide 12 - Quiz

1.16 Waarvoor staat EW?

A
Energiewaarde
B
Omzetbare energie

Slide 13 - Quiz

1.17 Waarvoor staat gDVE?

A
Gram Darm Verteerbaar Eiwit
B
Gram Voeder Eenheid Paard

Slide 14 - Quiz

1.18 Wat kun je vinden op een etiket? Meerdere antwoorden mogelijk

A
Wat de samenstelling van het voer is
B
Hoeveel van het voer het dier moet hebben
C
Voor welk dier het voer bestemd is

Slide 15 - Quiz

1.19 Wat zijn voorbeelden van voedermiddelen?
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Paardenbrok
B
Kattenbrok
C
Water
D
Hooi

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

1.20 Waarvan hangt af hoeveel voer een dier nodig heeft?

A
Van de productie
B
Van de herkomst
C
Van de huisvesting

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

1.21 Waarom zijn automatische systemen gevoelig voor storingen?

A
Ze bestaan uit veel bewegende delen
B
De boer kan vergeten het voer bij de vullen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

1.22 Welke diergroepen kun je via automatische voersystemen voeren?

A
Grote landbouwhuisdieren
B
Huisdieren
C
Dieren in de dierentuin

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

1.23 Noem twee eisen waaraan voer- en watervoorzieningen moeten voldoen?
A
Ze moeten goed werken
B
Ze moeten stevig zijn
C
Ze moeten schoon zijn

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

1.24 Hoe zwaar mogen verpakkingen in Nederland maximaal zijn?
A
12 kilo
B
25 kilo
C
50 kilo

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive