Hoofdstuk 2 Herhaling

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Herhaling H2
Doel van deze les:
Weet ik voldoende van hoofdstuk 2 om mijn toets volgende week goed te kunnen maken.

Slide 2 - Diapositive

Samenvatting blz. 83 en 84
Lees blz. 83 en 84 nog eens goed door!!!

Hierna gaan we nog eventjes oefenen.

Slide 3 - Diapositive

Welk getal geeft de duizendsten aan in het getal 1234,56789
A
1
B
2
C
7
D
8

Slide 4 - Quiz

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
vijftigduizend
A
500
B
5000
C
55000
D
50000

Slide 5 - Quiz

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
1,8 miljard
A
1 800 000
B
180 000 000 000
C
1 800 000 000
D
18 000 000 000

Slide 6 - Quiz

Wat is de waarde van 3 in het getal 3400502
A
30 duizend
B
300 duizend
C
30 miljoen
D
3 miljoen

Slide 7 - Quiz

noem de eerste 6 veelvouden van 8
A
0,8,16,32,40,48
B
8,16,32,40,48,56
C
0,8,16,24,32,40
D
8,16,24,32,40,48

Slide 8 - Quiz

Alle delers van 18 zijn:
A
1,2,3,6,18
B
1,2,3,6,9,18
C
1,2,3,4,6,9,18
D
1,2,3,4,6,12,18

Slide 9 - Quiz

Aan het werk!!

D toets blz 86 :
Som 1 t/m 7

Slide 10 - Diapositive

Afronden. Schruif de getallen naar de juiste plek.
1,99
2
2,1
1,985 
op 2 decimalen
1,985 
op 0 decimalen
2,11
op 1 decimaal
2,11 
op een rond getal
1,985 
op 1 decimaal
1,994
 op 2 dicimalen
2,11
op geheel getal

Slide 11 - Question de remorquage

afronden op 1 decimaal
4,8497
A
4
B
4,7
C
4,85
D
4,8

Slide 12 - Quiz

Aan het werk

D toets blz. 86/87
som 8 t/m 11

Slide 13 - Diapositive

Henk heeft 6,55 mee.
Hoeveel blikjes cola van 0,36 kan hij kopen?

Slide 14 - Question ouverte

Een kilo appels kost 1,76.
Jaap koopt 2,54 kilo.
Hoeveel moet hij contant betalen?

Slide 15 - Question ouverte

4 kilo bananen kost 3,24. Hoeveel kost 7 kilo? Gebruik een verhoudingstabel

Slide 16 - Question ouverte