Argo tekst 11 r.24-30 - functies

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welke functies hebben de volgende naamwoorden uit tekst 11.

r.24 ὁ Ἀχιλλεὺς

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. bijv. bepaling
4. bijw. bepaling

r.25 ἡγεμὼν

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. bijv. bepaling
4. bijw. bepaling

r.25 τῶν Ἑλλήνων

1. bijv. bepaling
2. bijw. bepaling (na vz)
3. aanv. bij ww

r.26 τῆς μάχης

1. bijv. bepaling
2. bijw. bepaling (na vz)
3. aanv. bij ww

r.27 καρδίαν

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijw. bepaling (na vz)

r.27 Ἐγὼ

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijw. bepaling (na vz)

r.27 τῇ μάχῃ

1. meewerkend voorwerp
2. bijw. bepaling (na vz)
3. bijw. bepaling (zonder vz)
4. aanv. bij ww.

r.28 σὺ

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijw. bepaling (na vz)

r.28 οῖνον

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijw. bepaling (na vz)

r.28-29 τὴν Βρισηίδα

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijw. bepaling (na vz)

r.29 σὲ

1. onderwerp
2. naamwoordelijk deel
3. lijdend voorwerp
4. bijw. bepaling (na vz)

r.30 τῆς μάχης

1. bijv. bepaling
2. bijw. bepaling (na vz)
3. aanv. bij ww.