Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Stijlfiguren
Stijlfiguren
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Stijlfiguren
Slide 1 - Diapositive
Doelen
Ik weet wat stijlfiguren zijn.
Ik kan stijlfiguren in een tekst herkennen en benoemen.
Ik kan uitleggen welk effect stijlfiguren hebben.
Slide 2 - Diapositive
Herhalingen & Opsommingen
Repetitio
Anafoor
Tricolon (drieslag)
Climax
Anticlimax
Slide 3 - Diapositive
Repetitio (herhaling)
Repetitio is een opsomming waarbij een woord of delen van woorden steeds herhaald worden
Voorbeelden van repetitio zijn: Drommels, drommels en nog eens drommels. Uur na uur na uur zaten we bij meneer Möring in het lokaal.
Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk
Slide 4 - Diapositive
J.H. Leopold
`O, als ik dood zal, dood zal zijn
kom dan en fluister, fluister iets liefs,
mijn bleke ogen zal ik opslaan
en ik zal niet verwonderd zijn.
En ik zal niet verwonderd zijn.'
Slide 5 - Diapositive
Anafoor
Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.
Alles
om hem heen veranderde.
Alles
leek beter te worden.
Alles
behalve hij.
Niemand
zag iets,
niemand
deed iets,
niemand
wist iets.
Slide 6 - Diapositive
"Ik kwam, ik zag, ik overwon." - Julius Caesar. Dit is een:
A
anafoor
B
metafoor
C
herbivoor
D
polyfoor
Slide 7 - Quiz
Anafoor
Drieslag
Duidelijk, Eerlijk, Echt
Dag
huis,
dag
tuin,
dag
schuur.
Slide 8 - Question de remorquage
Tijdens het zomerkamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we te eten kregen.
A
anafoor
B
repetitio
C
tautologie
Slide 9 - Quiz
Eufemisme
Understatement
Ironie
Repetitio
Pleonasme
Tautologie
Antithese
Paradox
Hyperbool
'Nee, nee, nee', siste de moeder boos.
Slide 10 - Question de remorquage
OPSOMMINGEN
tricolon (drieslag)
: opsommingen in drieën, bestaande uit drie delen.
Heerlijk, helder, Heineken
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed
Ik haat jou echt met je walgelijke gedrag, je nare stem en je irritante kop.
climax:
steeds sterker wordende serie
Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.
anticlimax:
Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.
Slide 11 - Diapositive
Stijlfiguur in het volgende lied:
Slide 12 - Diapositive
0
Slide 13 - Vidéo
Glimlachend stond hij op, grijnzend ontbeet hij, verliet toen luid lachend het huis om gierend op zijn werk te arriveren.
A
Climax
B
Anticlimax
Slide 14 - Quiz
'Je hebt de toets heel goed gemaakt, wel een beetje onder je niveau, en met een paar fouten, maar toch best oké, in ieder geval een krappe voldoende.'
A
Climax
B
Anticlimax
Slide 15 - Quiz
Tot welke categorie behoort het stijlfiguur repetitio?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
Slide 16 - Quiz
Een repetitio is een
A
schijnbare tegenspraak
B
herhaling
C
opsomming in drieën
D
opsomming die naar een hoogtepunt voert
Slide 17 - Quiz
Climax
Anti-Climax
Een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht
afnemen
.
Een stijlfiguur, waarbij in een opsomming de betekenissen in kracht
toenemen
.
Slide 18 - Question de remorquage
Het was een groots cadeau, nou ja, een groot cadeau, nou ja, een aardig cadeautje
A
repetitio
B
climax
C
anticlimax
Slide 19 - Quiz
Hyperbool
Drieslag
Eufemisme
Omgekeerde climax
Understatement
Climax
honderd keer
Hij kwam, hij zag, hij overwon
een volslank figuur
geen leren laarzen, geen boots, geen sneakers, maar pantoffels
We moeten er nog wel wat aan doen
Goed, beter, uitmuntend
Een zee van tijd
Slide 20 - Question de remorquage
Overdrijvingen en nuanceringen
Eufemisme
Hyperbool
Understatement
Slide 21 - Diapositive
Eufemisme
verzacht de werkelijkheid
bij
nare situaties
Bijvoorbeeld: Hij
gaat creatief om met de waarheid.
Slide 22 - Diapositive
Hyperbool
overdrijving
We hebben ons
kapot gelachen.
Ik schaamde me
dood.
Slide 23 - Diapositive
Understatement
Afzwakking: je zegt dat iets minder groot, mooi of belangrijk is dan dat het in werkelijkheid is.
Vaak: ironisch effect
Vb: Messi kan wel een aardig balletje trappen.
Slide 24 - Diapositive
Wat is een eufemisme?
timer
0:10
A
Een stijlfiguur om te overdrijven
B
Een stijlfiguur om iets te verbloemen (zachter maken)
Slide 25 - Quiz
hyperbool
hyperbool
understatement
eufemisme
understatement
eufemisme
Slide 26 - Question de remorquage
Wat is een understatement?
A
Een beeldspraak waarbij je beeld gebruikt
B
Een stijlfiguur waarmee je bewust iets extra sterk uitdrukt
C
Een stijlfiguur waarmee je iets bewust minder sterk uitdrukt
D
Een stijlfiguur waarmee je meerdere dingen opsomt achter elkaar
Slide 27 - Quiz
Hij heeft een glaasje teveel op.
Hyperbool , eufemisme of understatement?
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 28 - Quiz
In welke zin staat een eufemisme?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.
Slide 29 - Quiz
Een schrijver gebruikt een understatement om ....
A
iets extra op te laten vallen.
B
iets minder erg te maken.
C
een grapje te maken.
Slide 30 - Quiz
hyperbool
understatement
eufemisme
iets aardiger / beleefder zeggen
afzwakken / iets minder (erg) laten lijken
overdrijven
Slide 31 - Question de remorquage
Hyperbool of understatement?
A
Hyperbool: ik heb helemaal niets om aan te trekken!
B
Hyperbool: Ze was een tikje vermoeid na het lopen van de marathon,
C
Understatement: Ik heb helemaal niets om aan te trekken!
D
Understatement: ze was een tikje vermoeid na het lopen van de marathon.
Slide 32 - Quiz
Is dit een
understatement
of een
overdrijving
?
Sleep de zin naar het juiste vak.
understatement
overdrijving
Ik moet rennen, want ik sta op knappen.
Slide 33 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Stijlfiguren
Septembre 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Herhaling stijlfiguren
Février 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
WO
Studiejaar 3
09 - Stijlfiguren
Septembre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
TV 5.2 - Hyperbool, eufemisme, understatement
Août 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 1
Avril 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
WO
Studiejaar 3
Stijlfiguren VWO 3
Septembre 2022
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3Ha - woordenschat les 4
Septembre 2021
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 - P1 - H5 stijlfiguren
Septembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3